#BUILDINGLIFE Spotlight
Wat motiveerde je om #BuildingLife Ambassadeur te worden?
Ik heb veel petten, maar allen hebben tot doel de toepassing van biobased materialen uit duurzaam beheerde bronnen in de bouw te vergroten en versnellen, vanwege de klimaat- en circulariteitsvoordelen. Het is hiermee een middel, niet een doel op zich. Een enorme rol daarbij is weggelegd voor ‘mass timber’, grootschalige houten elementen uit duurzaam beheerde Europese naaldbossen. Denk daarbij aan Cross Laminated Timber (CLT), Glued Laminated Timber (Glulam) en Laminated Veneer Lumber (LVL), die een factor 5-10 meer CO2 opslaan dan dat ze uitstoten bij productie, en daarnaast CO2-intensieve abiotische materialen kunnen vervangen. Aangezien de CO2-uitstoot van de productie van beton, staal en plastics bij elkaar zorgen voor circa 15 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, wordt het steeds belangrijker om naar deze materiaalgebonden emissies te kijken.
Nu bouwen met biobased materialen kan ervoor zorgen dat in plaats van CO2-uitstoot, de bouw een CO2-opslag kan worden. Daarmee kunnen we binnen onze krappe CO2-budgetten blijven. Dit is wat het Paris Proof Embodied Carbon protocol zeer duidelijk maakt: ’meten is weten’. Om meer ruchtbaarheid te geven aan dit protocol, en omdat dit precies past bij wat Lister Buildings met zijn meerlaagse houten woongebouwen beoogt, heb ik besloten om mij als BuildingLife ambassadeur op te geven.
Op welke manier draagt Lister Buildings bij aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving?
Door slimme circulaire meerlaagse woongebouwen te maken van grootschalige houten elementen uit duurzaam beheerde Europese bossen, die bij elkaar in het casco veel meer CO2 opslaan dan uitstoten. Zo wordt in onze recent gewonnen tender van de Koffiefabriek in Amsterdam bij elkaar 3300 m3 aan hout en andere biobased materialen toegepast. Dat project slaat ruim 2500 ton CO2 op en nog eens 3000 ton CO2 wordt vermeden door beton en staal te vervangen, een totaal voordeel van maar liefst 5500 ton CO2. Dat staat voor een klimaatwaarde van 690.000 euro (bij een gangbare CO2-prijs van 125 EUR per ton). Het is veel nuttiger om CO2 in gebouwen vast te leggen dan veel geld te stoppen in het pompen van CO2 in lege gasvelden waar het geen doel dient.
Welke ambitie heeft Lister Buildings met het oog op Whole Life Carbon?
Gebouwen maken die meer CO2 opslaan dan uitstoten, die door open plattegronden flexibel zijn in gebruik voor een grotere functionele levensduur en die zo demontabel zijn ontworpen dat de bouwdelen in principe kunnen worden hergebruikt. Zo zijn we bezig samen met onze toeleverancier CLT-S en Stora Enso om een hergebruiksysteem in te richten voor het Cross Laminated Timber in de Lister gebouwen. Dit is belangrijk, omdat we in principe beheerder blijven van de door ons ontwikkelde gebouwen. De volledige herbruikbaarheid van materialen komt tot uiting in een levenscyclusanalyse, waarbij wordt gekeken naar de milieu-impact tijdens de hele levenscyclus.
We zijn ons ervan bewust dat de focus vooral moet liggen op de huidige CO2-uitstoot in de productie. Door grootschalige toepassing van ‘mass timber’ zorgen we voor een lage CO2-uitstoot en behalen we de Paris Proof Embodied Carbon doelen.
Welke elementen zijn belangrijk op weg naar een CO2-neutrale bouwkolom in 2040?
Dat de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) een plek krijgt in wetgeving en de grenswaarden mogen veel strenger en ambitieuzer. We hebben simpelweg de tijd niet voor het CO2-budget op is binnen 7 jaar. Verder dat de Nationale Milieudatabase veel beter is gevuld met accurate data, dat biogene CO2 wel meetelt in de MilieuPrestatie Gebouwen. Het is niet meer uit te leggen dat wordt gedaan alsof deze daadwerkelijk opgeslagen CO2 binnen 100 jaar weer vrijkomt, zeker niet met grootschalige en demontabele mass timber elementen. Alleen al vanuit economisch perspectief is het waardevol om deze elementen een tweede leven te geven: 'hout is goud’.
En meer sturen op CO2-uitstoot nu tijdens de productie (module A), dan op vage hergebruikbeloftes in de verre toekomst. Hier past de Paris Proof Embodied Carbon methodiek perfect bij, hoewel ik ook vind dat de CO2-opslag in biobased materialen moet worden meegenomen.
Hoe reduceer je de materiaalgebonden emissies van jouw projecten?
Door zo veel mogelijk biobased materialen toe te passen waar doorgaans traditionele, veel CO2-intensievere materialen zouden zijn gebruikt. En door deze materialen geschikt te maken voor zeer hoogwaardig hergebruik, in ontwerp en uitvoering.
Kun je materiaalgebonden en operationele emissies met elkaar verbinden?
Zeker, ze hebben ook hetzelfde doel, binnen ons klimaatbudget blijven. Voor biobased materialen snijdt het mes gelukkig aan twee kanten: ze hebben veel lagere materiaalgebonden emissies (zelfs CO2-negatief) en dragen door hun hogere isolatiewaarde ten opzichte van traditionele bouwmaterialen ook bij aan lagere operationele emissies van gebouwen.
Wat verwacht je van de overheid / marktpartijen / producenten / gebruikers / architecten om de Whole Life Carbon aanpak vooruit te brengen?
Voorschrijven in ambitieuze tenders op Rijksniveau maar ook gemeentelijk niveau, zoals het voorbeeld van de Koffiefabriek hierboven.
Beter nog is de aanpak verankeren in wetgeving naast de MilieuPrestatie Gebouwen. De nadruk op CO2 is namelijk cruciaal, zeker met een Nederland dat grotendeels onder de zeespiegel ligt en het risico op een metershoge zeespiegelstijging. Alle prioriteit moet liggen op CO2-besparing en vastlegging!
Van welke ervaringen en praktijkvoorbeelden uit het buitenland kunnen wij nog leren?
In Finland wordt naast de Carbon footprint ook de Carbon handprint (CO2-opslag in materialen) verplicht meegenomen in gebouwen, dat mist nog in de Nederlandse aanpak. Dit is een aantoonbaar additionele CO2-opslag. De helft van het gewicht van biobased materialen bestaat uit biogeen CO2 dat ooit uit de atmosfeer is gekomen tijdens de groei – fotosynthese. Door hout alleen in te kopen met FSC® en PEFC certificaat – en dit ook te controleren - weet je zeker dat het uit duurzaam beheerde bossen komt, waarin CO2-opslag in het bos op areaalniveau in de richtlijnen is geborgd. Zo krijg je twee CO2 banken, in het duurzaam beheerde bos en in de houten gebouwen en de gebouwde omgeving.
Hoe gaan we ervoor zorgen dat de hele bouwsector in Nederland hieraan mee gaat doen?
Door het te verankeren in ambitieuze uitvragen van opdrachtgevers (inclusief overheden) die wel serieus zijn in het blijven binnen het 1,5 graden klimaatbudget, bijvoorbeeld in BREEAM-NL, maar liever nog in wetgeving.
Wat is je advies aan andere partijen die met de Whole Life Carbon aanpak aan de slag willen gaan?
Gewoon starten. Die methodiek is niet ingewikkeld en geeft met EPD’s meteen inzicht in de CO2-emissies van de bouwplannen, wat het mogelijk maakt om beter te sturen op materialisatie en andere keuzes te maken. Bijvoorbeeld voor meer biobased materialen en meer urban mining materialen toepassen in nieuwe gebouwen. Nog beter is geen nieuwbouw, maar opknappen, transformeren en eventueel optoppen van bestaande gebouwen. Biobased materialen lenen zich hier goed voor vanwege het lage gewicht.
Daarbij is het belangrijk om te kijken dat biobased materialen ook nog een positief effect hebben op de uitstoot van onze landbouwsector, zeker als het verbouwen van biobased grondstoffen de CO2- en stikstof-intensieve veeteelt verdringt en zelfs CO2 opslaat. Die materialen kunnen dan ook nog eens hun fossiele tegenhanger vervangen, zoals glaswol in het geval van vlaswol, wat zorgt voor vermeden CO2-emissies.
Doe mee
Wil je bijdragen aan een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies? Onderteken dan de intentieverklaring, ga aan de slag met de roadmap Whole Life Carbon of lees meer over het #BuildingLife project.