De overheid moet het ambitieniveau verhogen en wet- en regelgeving aanpassen om de verduurzaming van de bebouwde omgeving te versnellen. Dat is de mening van Clemens Brenninkmeijer, Managing Director van Redevco Nederland. Die wet- en regelgeving moet stimuleren en faciliteren, maar ook als stok achter de deur fungeren om echt stappen te maken. “Maar dat zie ik helaas nog te weinig”, zegt Brenninkmeijer in gesprek met Lars Sørensen in de stand van DGBC op PROVADA.
Die voortrekkersrol van de overheid moet ervoor zorgen dat beleggers en gebruikers over de hele breedte een proactieve houding aannemen in het verduurzamen van de bebouwde omgeving en het Deltaplan Duurzame Renovatie succesvol toe te passen. “Want er zijn ook beleggers en gebruikers met een passieve houding.” Die voortrekkersrol die Brenninkmeijer van de overheid verwacht, heeft hij met Redevco Nederland al op zich genomen: “Wij denken dat we een meer dan gemiddeld rendement kunnen behalen als wij actief met onze vastgoedobjecten bezig zijn. Dat betekent dat wij met de huurder in gesprek gaan en kijken naar het toekomstige gebruik. Dus we kijken ook hoe we gebouwen toekomstbestendig kunnen maken en hebben oog voor de impact op de gebruiker en het milieu.”
Future Proof
Opvallend is dat Redevco bij het uitbreiden van haar portfolio niet alleen kijkt naar gebouwen die al Paris Proof zijn. “Een slecht scorend gebouw schrikt ons niet af. Sterker nog, in de periode dat wij hem in bezit hebben, zorgen we ervoor dat we het gebouw zo goed mogelijk Future Proof maken. Dat is niet alleen goed voor het milieu, het heeft ook sociale impact.”
‘We weten waar we staan’
De term Future Proof die Brenninkmeijer gebruikt, laat ruimte voor interpretatie open. Wanneer is iets Future Proof? Brenninkmeijer licht het toe: “Wij willen graag dat onze vastgoedobjecten volgens ons ‘Future Proof’ zijn: locatiekeuzes maken wij op basis van macro- en microfactoren in combinatie met duurzaamheidsmaatregelen aan het gebouw zelf op basis van BREEAM In-Use als meetlat. We hebben tot nu toe ongeveer 90% van onze Europese portefeuille gecertificeerd dus we weten precies waar we staan. Niet alle gebouwen hebben een goede score, maar we weten wat we moeten doen zodat in 2022 de helft van onze portefeuille het label ‘Very Good’ of beter heeft.”