Waarom dit manifest?
Om de klimaatdoelen van Parijs te halen, moet de CO2-emissie binnen tien jaar met 75% zijn gedaald. Als de doelen worden omgerekend naar een CO2budget per land, en zelfs per sector, blijkt dat die doelen met de huidige uitstoot en het reductietempo niet haalbaar zijn. Het belang van bouwen met biobased bouwmaterialen is daarom evident bij het sneller terugdringen van de CO2-uitstoot. En wel om twee belangrijke redenen.
Ten eerste omdat biobased materialen CO2 uit de lucht halen en voor langere tijd opslaan. En ten tweede omdat er geen CO2-uitstoot is door de productie van een fossiel alternatief. De ondertekenaars van het manifest vinden dat de huidige MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) juist op deze punten tekortschiet. Door deze wel mee te wegen, ontstaat een veel eerlijker speelveld voor de beoordeling van de milieuprestaties van bouwmaterialen, stellen de ondertekenaars.
De impact tot nu toe
Het manifest kon rekenen op flinke publiciteit. In Cobouw, NRC, Trouw en AD verschenen artikelen over het onderwerp. Ook politiek trok het manifest de aandacht. Kamerlid Jessica van Eijs van D66 stelde er kamervragen over. Minister Ollongren reageerde daarop. De minister blijkt ontvankelijk voor de roep om een eerlijker speelveld voor bouwmaterialen en daarmee voor een duurzamer Nederland. Ze geeft aan de huidige rekenmethode nader te gaan bestuderen om deze mogelijk aan te passen.
Wat zijn de vervolgstappen?
De initiatiefnemers van het manifest hebben gesprekken gevoerd met het ministerie van Binnenlandse Zaken en stelden alle ondertekenaars hiervan met een update op de hoogte. Ze gaan aan de slag met drie concrete vervolgstappen.
1. Onderzoeken hoe de MPG kan bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot
Hiervoor worden meetmethodes ontwikkeld die de impact van CO2-opslag in biobased materialen kunnen bepalen. Op dit moment bestaat nog veel onduidelijkheid in de markt over wat die impact is. En hoe die kan bijdragen aan het behalen van de korte termijn klimaatdoelen. DGBC en NIBE werken hier samen met TNO aan. Dat gebeurt vooruitlopend op de mogelijke aanpassingen aan de MPG en de MilieukostenIndicator (MKI).
2. Actieve rol pakken in de uitvoering
Daarnaast hebben de initiatiefnemers van het manifest aangeboden een actieve rol te willen spelen in alle activiteiten die voortkomen uit de gesprekken met de ministerie en de minister.
3. Meer draagvlak vinden voor de uitgangspunten van het manifest
Het ministerie heeft verder gevraagd om mee te denken over manieren om binnen de bouwsector (nog meer) draagvlak te vinden voor de uitgangspunten van het manifest. De initiatiefnemers zetten het werk daarom voort en proberen het draagvlak verder te vergroten.
Hard maken voor een bredere agenda
Naast deze concrete vervolgstappen, zorgt de ontstane gesprekspositie met het ministerie ervoor dat meer urgente zaken kunnen worden geagendeerd. Deze punten gaan verder dan de positie van biobased bouwmaterialen in de huidige rekenmethoden alleen, en moeten bijdragen aan een versnelde CO2-reductie in de bouwsector. De initiatiefnemers hebben tien actiepunten geagendeerd waarvoor zij zich de komende tijd hard maken. Zo willen ze onder andere dat startups worden gestimuleerd om nieuwe biobased of CO2-arme materialen op de markt te brengen. Ook moeten er versnellingsacties voor koplopers worden geïnitieerd, die de volgers inspireren.
Lees hier de visie zoals besproken met het ministerie
Onafhankelijke en intrinsiek gemotiveerde experts verzamelen voor de uitvoering
Voor het uitvoeren van deze duurzame agenda is het belangrijk een ‘gideonsbende’ van onafhankelijke mensen te vormen. Deze intrinsiek gemotiveerde trekkers omringd met experts hebben de klimaatdoelen als voornaamste belang en vertegenwoordigen niet het belang van een specifieke branche.
Initiatiefnemers
De initiatiefnemer van het manifest is Norbert Schotte (VORM). Verder werken Ruben Zonnevijlle (DGBC), Mantijn van Leeuwen (NIBE), Pablo van der Lugt (TU Delft) en Jan Willem van de Groep mee aan het manifest en de vervolgacties.