Het laboratorium op het Leiden Science Park is voor een groot deel opgetrokken uit hergebruikte materialen. Zo is 165.000 ton hergebruikt staal ingezet voor de constructie van het gebouw. Dit staal is afkomstig van een oud laboratorium even verderop, het ‘donorgebouw’. Baksteenpuin is gebruikt voor het onderste deel van de gevel. En ook de keramische toiletpotten, gangpuien, vloerbedekking en de bestratingen in het gebouw zijn hergebruikt.
Een architectonische uitdaging
Voor architect Jan Willem ter Steege van Popma ter Steege Architecten (PTSA) was het project Biopartner 5 zowel een opgave als een uitdaging. Vanuit esthetisch oogpunt wilde hij een aantrekkelijk gebouw neerzetten. En tegelijktijdig streven naar een zo laag mogelijke CO2-impact. “Gebruikers omarmen de verhalen die hergebruikte materialen aan een gebouw toevoegen. Het verschaft een nieuw gebouw van extra betekenis. Daarnaast streven we naar een zo laag mogelijke impact op het milieu, zowel in gebruik als in materialen.”
Het principe van een CO2-budget
De impact die Biopartner 5 heeft op het milieu is in een eerste onderzoek doorgerekend door duurzaam adviesbureau Nibe. In de berekening wordt uitgegaan van een maximaal CO2-budget dat gebruikt mag worden om de Parijse klimaatdoelstellingen te halen. Dit CO2-budget wordt in de loop van het jaar nog verder uitgewerkt in een officiële norm. Daarbij wordt gelet op de milieu-impact van de winning en productie van de materialen, het vervoer naar de bouwplaats en de montage.
Zo’n CO2-budget gaat uit van het volgende principe. Om binnen 1,5 graden temperatuurstijging te blijven, mag er wereldwijd maar een maximum hoeveelheid CO2 in te lucht zitten. Dat betekent ook een maximum budget per land. En per sector. En per gebouw. Voor materiaalgebonden CO2-uitstoot betekent dit een maximum van 250 kg CO2 per vierkante meter gebouw. “Biopartner 5 blijft hier net onder”, concludeert Mantijn van Leeuwen, directeur van Nibe. “Dat is heel bijzonder, want ik ken nog geen gebouw dat deze norm haalt. En dat is goed nieuws, want het betekent dat het mogelijk is!”
Hergebruik van materialen bovenaan het lijstje
Van Leeuwen vergelijkt: “Gemiddeld stoten materialen in gebouwen zo’n 400 kilo CO2 per vierkante meter uit. Als we op de huidige voet blijven ontwerpen en ontwikkelen, dan is over iets meer dan zeven jaar ons CO2-budget op.” Voor architect Ter Steege geeft het werken met deze hoge lat en brede benadering de stimulans en de urgentie die zo hard nodig is in de bouwsector: “Het werken met een CO2-budget voor een gebouw voorkomt uitstelgedrag. Het dwingt ons het reguliere ontwerpproces opnieuw te overwegen. Het hergebruiken van materialen staat bovenaan ons lijstje.”
Biopartner 5: een uniek gebouw
Juist dat hergebruik heeft ervoor gezorgd dat de milieu-impact van materialen zo laag is gebleven, specificeert Van Leeuwen: “Dat bijna de complete draagconstructie van hergebruikt staal is, is echt uniek. Dat heeft bijgedragen aan het behalen van de Parijse doelen voor materiaalgebruik.” Natuurlijk, urban mining zoals dat wordt genoemd, is niet voor ieder gebouw mogelijk, geeft Van Leeuwen toe. “Het gebruiken van biobased materialen is een andere manier om de Parijse doelstellingen te halen en binnen het toegestane CO2-budget te blijven.”
Onderdeel van Building Life project
De brede benadering van CO2-impact voor zowel het energiegebruik als de materialen van een gebouw, met een maximum CO2-budget, past binnen het onlangs gestarte Building Life project. Dit is een Europees duurzaamheidsproject waarin maatschappelijke organisatie Dutch Green Building Council het Nederlandse gedeelte voor haar rekening neemt. Dutch Green Building Council (DGBC) is blij met dit eerste voorbeeldproject. Directeur Annemarie van Doorn van DGBC: “Materiaalgebonden uitstoot is nog steeds ondergeschoven in onze sector. Terwijl het echt nodig is om toe te werken naar een Paris Proof gebouwde omgeving. Biopartner 5 laat zien dat het kan!”
Trouw bracht onlangs een bezoekje aan Biopartner 5. Lees de reportage hier.
Beeld: René de Wit