Biobased basis vol bedrijvigheid in Oosterwolde

Een creatieve vrijplaats waar overheid, onderwijs en het bedrijfsleven samenkomen. Vanaf de eerste krabbel op papier maakte de gemeente Oostellingswerf direct duidelijk wat de invulling van het Biosintrum in Oosterwolde moest worden. Maar dat was niet de enige vereiste in de uitvraag. Het gebouw moest ook duurzaam, circulair en volgens het gedachtegoed van de biobased economy gebouwd worden.

Zeg je biobased economy, dan kun je niet om Paul de Ruiter Architects heen. Het is al bijna twee decennia het handelsmerk van Paul de Ruiter, die niet geheel verrassend ook een van de drijvende krachten in de totstandkoming van het Biosintrum is. Hij weet het begrip biobased materialen treffend samen te vatten. “Zo gebruik maken van grondstoffen dat ze gemakkelijk opnieuw gebruikt kunnen worden of weer als grondstof voor andere bouwmaterialen kunnen dienen. Eigenlijk komt het neer op bouwen in lijn met de natuur.”

Hout

Wie voor het Biosintrum staat kan niet kan ontkennen dat juist dat is gelukt. De indrukwekkende houten constructie valt direct op. “Het hout is afkomstig uit de Drentse bossen”, vertelt De Ruiter trots. “Dat we de producten lokaal konden verkrijgen, was voor ons erg belangrijk. Als hout bijvoorbeeld uit Afrika moest komen, is dat alsnog niet duurzaam. En we hebben op diverse plekken ook weer bomen geplant.” Het hout zit verbonden met droge verbindingen, zodat mocht het nodig zijn het hout in een andere functie kan worden hergebruikt. “Al is dat natuurlijk niet het doel. We hebben dit complex gebouwd met het idee dat het er zo lang mogelijk kan staan. En dat moet ook wel lukken. Hout is bijzonder duurzaam, kijk maar naar de vele houten gebouwen in Scandinavië. Die staan er al eeuwen.”

Materiaalgebruik Het is slechts een van de vele onderdelen in het Biosintrum waarbij er over het natuurlijke optimaal is nagedacht. Een ander fraai voorbeeld is de dekvloer van biobound beton met olifantsgras dat CO₂ vasthoudt. Het is allemaal tot in de puntjes uitgedacht. Het scala aan duurzame oplossingen is even indrukwekkend als eindeloos: van de HSB-gevelwanden met cellulose als thermische isolatie tot de Accoya gevelkozijnen en de hergebruikte spijkerbroeken die als isolatiemateriaal voor de binnenwanden dienen. Het gedachtegoed is ook in het interieur doorgetrokken. En zo voeren ook bij de tafels en stoelen de houttinten de boventoon.

Ambitie

“In principe is zelfs alles dat je kunt zien circulair en biobased”, concludeert De Ruiter. De ambitie om 100 procent biobased te werken bleek simpelweg onmogelijk. Hij vervolgt: “Uiteindelijk zijn we uitgekomen op 80 procent, wat echt uitzonderlijk is. Die andere 20 procent zit hem voornamelijk in de installaties. Het aanwezige glas is weliswaar niet biobased, maar wel een heel goed product. Je wilt tenslotte ook naar buiten kunnen kijken”, voegt hij lachend toe. Maar ook dat glas kent weer een bijzondere oorsprong. Producent AGC Glass Europe, dat C2C-glasproducten verwerkt heeft een fabriek in, jawel: Oosterwolde.

Wil je het hele interview met Paul de Ruiter lezen? Dat kan hier gratis in het nieuwe BREEAM-NL Magazine.

Gerelateerd

kantoorgebouwen

Nieuwe beslisboom kantoren toont dat renoveren naar Paris Proof altijd loont

Stichting W/E adviseurs

Stichting W/E adviseurs: ‘Verduurzamen van bestaand vastgoed en woningtekort zijn grootste uitdagingen voor komende jaren’

Brigit Gerritse nieuwe algemeen directeur Dutch Green Building Council

Brigit Gerritse wordt nieuwe algemeen directeur van Dutch Green Building Council