DGBC werkt binnen Brains4Buildings (B4B) met zo’n 40 organisaties aan het ‘slimmer’ en energiezuiniger maken van gebouwen. De rol van DGBC binnen B4B is om kennis en innovatie in de gebouwde omgeving te verbinden met de markt. DGBC ondersteunt de achterban bij het verlagen van hun energiegebruik, bijvoorbeeld door ze te informeren over de nieuwe mogelijkheden die uit dit onderzoeksprogramma naar voren komen. De Engelstalige 'Roadmap for leveraging Smart Buildings' is dan ook gratis beschikbaar.
Europa stimuleert slimme gebouwen
De Europese Commissie ziet een grote rol weggelegd voor de implementatie van ‘slimme oplossingen’ bij het CO2-arm maken van de bouwsector. Slimme gebouwen moeten namelijk een belangrijke rol gaan spelen in het bereiken van de duurzaamheidsdoelen en het optimaliseren van de operationele efficiënte. In het kader van de Europese Energy Performance of Buildings Directive IV (EPBD IV) introduceren zij in 2026 de Smart Readiness Indicator (SRI), om het slimmer maken van gebouwen te stimuleren.
Slimmere gebouwen zijn een effectief instrument bij het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen. Zo is het energiegebruik van de gebouwde omgeving in Nederland bijvoorbeeld goed voor ongeveer 35 procent van het totale energiegebruik. Daar valt dus veel winst te behalen.
Als dit digitale transformaties in gebouwen vereist, is dat vaak een ingewikkeld proces. Ook sluiten deze transformaties niet altijd aan op de behoeftes en doelen van assetmanagement (AM). Daarom wil B4B met het praktische stappenplan stakeholders ondersteunen bij het implementeren van datagedreven oplossingen.
Evalueren, verbeteren en integreren
De routekaart schetst de stappen van het stellen van assetmanagementdoelen tot het integreren van datagedreven oplossingen en het verbeteren van bestaande systemen. Hiermee kunnen gebouweigenaren of -beheerders bijvoorbeeld hun gebouwen efficiënter laten opereren, CO₂-uitstoot verminderen of operationele kosten verlagen.
Deze gestructureerde aanpak om slimme technologieën te implementeren neemt zowel technische als organisatorische aspecten mee. De routekaart bestaat uit drie fases: evalueren, verbeteren en integreren. Deze fases zijn onderverdeeld in verschillende stappen die per situatie kunnen verschillen.
De auteurs geven aan dat het per situatie verschilt welke stappen doorlopen moeten worden om de gestelde doelen te behalen. In sommige gevallen is het bijvoorbeeld voldoende om de huidige operationele data beter te ontsluiten. In dat geval hoeft er geen verbetering, optimalisering of integratie van systemen plaats te vinden.
Uiteindelijk wordt met het doorlopen van de nodige fases en stappen de basis gelegd voor het creëren van een geïntegreerde database. Deze is noodzakelijk voor het ontwikkelen van gebouwspecifieke algoritmen, zoals Foutdetectie en diagnose (FDD).
Evalueren: stel doelen en beoordeel systemen
Bij het evalueren van de huidige doelstellingen van AM is het van groot belang om te begrijpen waarom je een slim gebouw wilt. Het slim gebouw op zich moet geen doel zijn, maar een hulpmiddel om gewenste doelen te bereiken. Daarnaast is het bij het evalueren van de huidige staat van bestaande assets en systemen belangrijk om ervoor te zorgen dat wat beschikbaar is ook echt goed werkt. Hiervoor kun je verschillende stappen nemen:
Stel assetmanagementdoelen en -doelstellingen: voordat de implementatie van slimme technologieën begint, moeten AM-doelen worden vastgesteld, gericht op operationele en strategische prestaties. Deze doelen worden afgestemd op de bredere organisatiedoelen en zijn cruciaal voor het succes van de implementatie.
Definieer databehoeften en -vereisten: in deze stap wordt bepaald welke data noodzakelijk zijn om de AM-doelen te ondersteunen. Dit omvat onder andere het identificeren van de benodigde gegevenskwaliteit, verzamelfrequentie en informatiemanagementprocessen.
Verbeteren: optimaliseer systemen en datakwaliteit
Bij het verbeteren van bestaande systemen geven de auteurs van de routekaart als tip mee om te kijken of er eenvoudige stappen genomen kunnen worden om een grote energiereductie realiseren. De deelstappen bij deze kerntaak zijn:
Beoordeel de huidige staat van het gebouw en bestaande systemen: een belangrijke stap aan het begin van het proces is inzicht verkrijgen in de huidige systemen (zoals GBS, EMS en LMS) die operationele data kunnen ontsluiten. Dit biedt de basis voor het ontwikkelen van een integratiestrategie.
Analyseer en beoordeel datakwaliteit: voordat verdere stappen worden gezet, moet de datakwaliteit beoordeeld worden aan de hand van validiteit, consistentie en volledigheid. Hiermee wordt bepaald of de bestaande data voldoen aan gestelde eisen.
Integreren: combineer systemen en data
De laatste fase van de routekaart draait onder andere om het uitbreiden van bestaande systemen, nieuwe systemen en het integreren hiervan:
Identificeer ontbrekende data en stel een plan op om deze aan te vullen: na de vorige stappen wordt duidelijk waar data ontbreekt. Een plan wordt opgesteld om aanvullende data te verkrijgen, bijvoorbeeld door sensoren te installeren of bestaande apparatuur te upgraden.
Optimaliseer bestaande gebouwbeheersystemen (GBS/EMS/LMS): deze stap richt zich op het aanpassen en optimaliseren van instellingen in lijn met veranderde gebouwfuncties of bezettingspatronen.
Integreer systemen en faciliteer data-uitwisseling: door de integratie van diverse standalone systemen ontstaat een gecentraliseerd platform. Dit zorgt voor efficiëntere data-uitwisseling en biedt de basis voor slimme toepassingen, zoals foutdetectie en voorspellend onderhoud.
Brains4Buildings webinars
Brains4Buildings organiseert regelmatig webinars waarin deskundigen actuele thema's met betrekking tot slimme gebouwen belichten. Deze Engelstalige webinars richten zich op inhoudelijke wetenschappelijke en technologische onderwerpen.
Op 17 oktober 2024 vond een webinar over deze routekaart plaats. Auteurs Joep van der Weijden (TU Delft | The Green Village) en Joppe Stello (Heijmans) lichtten de verschillende fases en stappen verder toe. Daarbij vertelden zij onder meer over het stellen van duidelijke doelstellingen en het beoordelen van de huidige digitale infrastructuur om verbeterpunten te identificeren.