In het PBL-rapport over vooruitgang in de circulaire economie zijn drie onderwerpen geanalyseerd: woningen, verpakkingen en energietechnologieën. TNO voerde het onderzoek naar woningen uit en concludeert dat een combinatie van strategieën vereist is voor een circulaire woningsector.
Biobased optoppen
De bouwsector is nog onvoldoende in staat om circulaire maatregelen efficiënt en structureel in werkwijzen te integreren, blijkt uit de analyse. Wouter Moorlag, manager Circular and Industrial Construction bij TNO en lid van de programmaraad Circulariteit bij DGBC, licht toe: “Er zijn meer en betere combinaties van circulaire maatregelen mogelijk. Biobased optoppen is een goed voorbeeld. Je maakt beter gebruik van de bestaande gebouwvoorraad, creëert meer gebruiksoppervlak en past materialen met een lage milieu-impact toe. Daarnaast moet circulariteit een integraal onderdeel van de energietransitie worden. Bijvoorbeeld door klimaatinstallaties met minimale materiaalgebonden emissies te ontwikkelen.”
De analyse laat zien dat de vraag naar bouwmaterialen de komende decennia groot blijft. Inzetten op renovatie in plaats van sloop/nieuwbouw en woningen splitsen wordt daarom nog belangrijker, volgens Moorlag. “Dat lijkt een open deur, maar het motto beperkt zich nog vaak tot ‘bouwen, bouwen, bouwen’.”
Handvaten voor beleid
Het PBL-rapport geeft handvaten voor beleid op circulariteit. Zonnevijlle licht toe welke handvaten relevant zijn voor de bouw- en vastgoedsector.
1. Verbind circulariteit aan andere opgaven/vraagstukken. “Er wordt flink geïnvesteerd in de energietransitie en woningbouw. De grootste circulaire winst zit in ‘refuse’ en ‘reduce’: minder energiegebruik zorgt ervoor dat je minder duurzame energie en daarmee minder installaties nodig hebt. Beter gebruik van bestaande voorraden kan ook leiden tot minder vraag naar primaire grondstoffen en materialen.”
2. Maak producten geschikt voor circulariteit. “Nog simpeler: laat je niet misleiden door alles wat circulair wordt genoemd. Vraag wat er wordt bedoeld met een circulair product. Elke opdrachtgever heeft een grote invloed door bij uitvragen rekening te houden met circulariteit. Kun je iets repareren of vervangen? Wat doe je met het product bij vervanging: op de afvalberg of retour naar de producent? Is het product geschikt voor hergebruik of refurbishment?
3. Productgerichte aandacht van beleid nodig. “Een gebouw is niet circulair, alle producten in dat gebouw moeten circulair worden. Niet alleen de overheid is aan zet. Marktpartijen zullen gezamenlijk de handschoen moeten oppakken. Het toekomstige Bouwmaterialenakkoord helpt hopelijk om te verduurzamen op materiaal- en productniveau.”
4. Zet in op beschikbaarheid van informatie en data. “Een gebrek aan informatie over onder andere de samenstelling van producten, herkomst van materialen, mogelijkheden voor reparatie en demontage-instructies, staat een circulaire businesscase in de weg. De beschikbaarheid van de juiste data is essentieel. De EU heeft met de herziening van de verordening bouwproducten (CPR) wel een grote stap gezet naar transparante productinformatie over bouwmaterialen.”
Complexe opgave
Het blijft een zeer complexe opgave: een lineaire economie ombuigen naar circulair, vindt Zonnevijlle. “Al helemaal als je moet opboksen tegen urgente thema's als de woonopgave en de energietransitie. Er zijn ook koppelkansen: CO2-reductie is een van de hoofddoelen van circulair bouwen.”
Een circulaire bouweconomie vergt ander en strenger beleid. Met dat beleid kunnen verschillende transities worden versneld, stellen Moorlag en Zonnevijlle. En de hele bouw- en vastgoedsector moet zich aanpassen. “Gelukkig biedt het PBL-rapport genoeg handvaten om die veranderingen in de markt en bij de overheid teweeg te brengen.”, besluit Zonnevijlle.