Reimerink en Koolen spreken met veel plezier over hun werkzaamheden bij de Alliantie, die ze beiden omschrijven als uiteenlopend. Koolen: “We werken met een hele specifieke doelgroep en hebben veel sociale huurwoningen. Dat vraagt soms om een andere aanpak en businesscase. Die sociale component maakt ons echt anders dan andere partners van DGBC.” Tegelijkertijd is duurzaamheid een thema dat niet meer weg te denken is. Reimerink ziet dat ook terug in het onderhoud. “Dat gaat echt van lekkende kranen tot het verduurzamen van complete gebouwen. En bij grootschalig onderhoud pakken we de grote thema’s als hittestress, gezondheid, energiereductie en circulariteit, aan.”
Passend thuis
Met de grote volumes waarmee de Alliantie te maken heeft, zorgt dat ook voor grote uitdagingen, erkent Reimerink. De missie van de corporatie is: iedereen een passend thuis. Een betaalbare woning, in een veilige omgeving en passend bij de situatie van het huishouden. “We werken samen met gemeenten en corporaties om zoveel mogelijk woningen beschikbaar te maken. En zorgen voor duurzame en toekomstbestendige woningen in leefbare, veilige buurten, samen met onze huurders en partners.”
Lange Heul
Innovatie speelt daarbij een belangrijke rol, zowel voor bestaande bouw als bij nieuwbouw. Trots is Reimerink dan ook op het Innovatielab van de Alliantie. Daar wordt door een team van experts dagelijks gekeken hoe met vernieuwing zaken anders en duurzamer kunnen. Reimerink: “Een mooi project is Lange Heul in Bussum. Daar zijn 12 eengezinswoningen uit de productie gehaald om te kijken hoe we die woningen maximaal circulair kunnen verduurzamen. Als ik dan zie dat dit hier heel goed kan, denk ik: dat kunnen we op meer plekken toepassen.”
Opschalen
Daarmee stipt hij gelijk een extra uitdaging aan, merkt Koolen op: “Innovatie wil je implementeren. Dan komen de gesprekken met partners en wil je de neuzen dezelfde kant op hebben. Als dat lukt kunnen wij met 60.000 woningen echt een verschil maken. Opschaling is dan de grote uitdaging. Als we daar als keten onze energie in steken, kunnen we grote stappen maken.”
Samenwerking
Bij de Alliantie is het besef alom aanwezig dat verduurzamen alleen kan door samenwerking. Om die reden is ze ook lid van verschillende organisaties die verduurzaming van de gebouwde omgeving nastreven. Dat ook DGBC aan dat lijstje is toegevoegd, is volgens Koolen niet meer dan logisch. “Ze hebben een grote achterban, met ook veel commerciële partijen. Het is belangrijk om kennis bij elkaar op te doen.”
Reimerink hoopt dat de samenwerking met DGBC ook bijdraagt aan een gemeenschappelijke taal om te verduurzamen. “Rondom veel onderwerpen vindt iedereen zijn eigen wiel uit. Kijk maar hoe veel soorten CO2-monitoring en verantwoordingstools er zijn. DGBC kan echt helpen bij het creëren van een gemeenschappelijke taal.”
Noodzakelijke beweging
Anderzijds verwacht Koolen dat de reeds bestaande partners ook veel zullen hebben aan het partnerschap tussen DGBC en de Alliantie. “Onze sector bezit 25% van alle woningen in Nederland. En wij bezitten iets meer dan 2,5% van de woningvoorraad in deze sector. Hiermee kunnen wij dus echt zorgen voor die noodzakelijke beweging. De overheid ziet ons ook als voorloper. Zo zijn wij druk met uitfasering van de woningen met slechtere energielabels. De geleerde lessen delen wij dan ook graag met commerciële partijen.”
Voldoening
Leren en samenwerking zullen ook de komende jaren belangrijke aanjagers voor verduurzaming blijven, concluderen beiden. En ondertussen blijft de Alliantie hard toewerken naar 2050. “Dan willen we CO2-neutraal opereren”, aldus Reimerink. “We pakken echt duurzaamheidsthema’s aan. Van het gasloos maken van woningen, het bouwen met circulaire materialen tot het implementeren van klimaatadaptieve maatregelen.” Tegelijkertijd hebben we te maken met andere maatschappelijke opgaven om te zorgen voor passende en betaalbare woonruimte. Maar het is juist die complexe dynamiek die ervoor zorgt dat wij hier met veel voldoening ons werk doen.”