Zo somt Martin Mooij de belangrijkste punten op, van de onlangs vernieuwde Energy Performance Building Directive (EPBD). Als programmamanager Paris Proof van Dutch Green Building Council (DGBC) analyseert hij op deze plek de Europese ambities en maatregelen, zoals die nu in de EPBD staan.
Vorige week werd de nieuwste upgrade daarvan gepresenteerd, toevalligerwijs op dezelfde dag als het Nederlandse regeerakkoord. Ooit introduceerde de eerste versie van de EPBD het energielabel in Nederland.
Mooij: “De EU wil met deze vernieuwde EPBD de energietransitie in Europa flink versnellen. Er zit veel goeds in, zoals de aandacht voor de CO₂-impact van de bouwmaterialen en de logistiek, dus de uitstoot tijdens het bouwen, onderhouden, gebruiken en slopen. Maar eisen worden daaraan niet gesteld en de eerste stap in deze goede richting wordt pas gezet in 2027! Dit zie je bij heel veel onderwerpen; de koers is goed, maar het tempo is te laag. Meer ambitie is echt nodig.”
Nieuwbouw volledig emissievrij
Voor de gebouwde omgeving betekent de vernieuwde EPDB concreet dat in 2030 álle nieuwbouw geheel emissievrij moet zijn. Mooij: “Dus van bijna energieneutraal (BENG) naar helemaal energieneutraal (ENG). Op dit moment hebben we in Nederland nog BENG als eis voor nieuwbouw, maar over 8 jaar is netto uitstoot wettelijk verboden. Dat is een logische stap die je nu al moet zetten, want in nieuwbouw zijn alle kansen aanwezig om het in één keer goed te doen”. Dit gaat in 2027 gelden voor nieuwe publieke gebouwen, zoals gemeentehuizen, scholen en zorggebouwen.”
“Ik noemde net al de aanpak van de CO₂-uitstoot in de hele levenscyclus van het gebouw. Juist bij nieuwbouw is deze bepalend. Want bij die energieneutrale gebouwen is het energiegebruik natuurlijk nul ná het bouwen. De enige CO₂-emissies worden dus veroorzaakt door het bouwen, onderhouden en slopen. Pas per 2027 komt de EU-eis om te rapporteren over dat stuk van de levenscyclus. Dat is veel te laat. Daarbij is het een gemiste kans dat niet meteen ook minimumeisen gesteld worden”, vervolgt Mooij, “juist nu we een miljoen woningen gaan bouwen! Gelukkig hebben we in Nederland al de MPG-methodiek, met minimumwaarden.”
“Bij DGBC hebben we onlangs een protocol ontwikkeld om de CO₂-impact van het bouwproces te bepalen, met eigen grenswaarden. De Nederlandse bouwpraktijk ziet in dat de uitstoot tijdens de bouw belangrijk is. In de afgelopen jaren is er veel aandacht gekomen voor houtbouw. Op dit vlak moet Nederland zeker de lead nemen.”
Minimum eisen voor bestaande bouw
Voor bestaande gebouwen komen er minimale energielabel-eisen: beginnend met een minimum label F in 2027, gevolgd door label E in 2030. Dat geldt voor de utiliteit; voor woningen gaan deze minimale eisen steeds 3 jaar later in. Mooij is blij met de eisen, want “in de bestaande gebouwen, daar ligt het grote besparingspotentieel ofwel de grote CO₂-winst. Dit is een flinke uitdaging, zeker als je bedenkt dat in 2050 alle bestaande Europese woningen en andere gebouwen volledig energieneutraal moeten zijn.” De labelklassen worden Europabreed geharmoniseerd, waarbij label A moet staan voor een energieneutraal gebouw en label G gaat naar de 15 procent slechtste gebouwen. Energielabels voor de klassen D tot G worden 5 jaar geldig. “Ook hier ligt wat ons betreft de ambitie te laag. Bovendien liggen die de doelen te ver in de toekomst - al kunnen de energielabels in de toekomst niet vergeleken worden met de huidige. Want iedere vijf jaar moeten ze opnieuw geijkt worden”, zo kijkt Mooij vooruit.
Data delen
De EPBD leunt zwaar op het opstellen van een theoretische energielabel, door een expert op te stellen, met een besparingsadvies. In plaats daarvan had DGBC graag meer aandacht gezien voor het werkelijk energiegebruik.
“Dat is een snelle route naar daadwerkelijk energiebesparing en een werkelijk te behalen CO₂-reductie” legt Mooij uit. “Het labelen van alle gebouwen, met bijbehorend advies door een expert, zal een enorme klus worden, met bovendien geen garantie dat doelen behaald worden, zoals een recent onderzoek van TNO liet zien.
Toch biedt de EPBD hier openingen. “Een heikel punt wordt gelukkig ook opgelost in deze versie van de EPBD” vertelt Mooij over het delen van energiedata. “Eigenaren, huurders en gebouwbeheerders krijgen direct toegang tot alle data die gerelateerd zijn aan de energieprestatie van het gebouw, de installaties en de energiemeters. Hiermee kan iedereen op basis van de juiste kennis de gebouwen verduurzamen. We zijn erg blij met dit punt. Met die data en slimme algoritmen kunnen we veel meer vaart maken”.
Renovatiepaspoort
“Positief in de vernieuwde EPBD is ook dat alle overige gebouwgegevens transparant moeten worden, dus inclusief het energiegebruik. De gebouwkenmerken moeten in een gebouwpaspoort vastgelegd worden, met daarbij een routekaart hoe dat gebouw voor 2050 emissievrij wordt. Landen moeten daarvoor een systeem opzetten, al is het paspoort zelf nog niet verplicht. Behalve de benodigde maatregelen, komen daarin ook de opbrengsten te staan. Energiebesparing is een belangrijke daarvan, maar ook bijvoorbeeld de winst die op gezondheidsvlak geboekt wordt.”
Nationale renovatie actieplannen
De EPBD geeft ook aan dat elk Europees land een actieplan moet maken voor renovatie. Dat kan alleen als er goed zicht is op de gebouwvoorraad, het energiegebruik, de CO₂-uitstoot, de energieprestatie, belemmeringen en de capaciteit. Mooij: “Als DGBC pleiten we al jaren voor een eenduidige planning en monitoring, vanuit een goed datastelsel. Zo’n datastelsel gaat ook helpen om zowel het gebouwpaspoort als mogelijke adviezen op te stellen. Verder zullen landen moeten ingaan op de financiering en daarvoor faciliteiten moeten bieden, zodat iedereen mee kan in de transitie.” Aanhakend bij de actualiteit ziet Mooij: “Met het coalitieakkoord heeft Nederland de aangegeven Europees koploper te willen worden en de lat zelfs boven de -55% CO2 reductiedoelstelling voor 2030 van de EU gelegd. In hoeverre gaat de EPBD helpen om dit doel te behalen en wat gaat de vernieuwde EPBD concreet betekenen voor de gebouwde omgeving? Daar gaan we in 2022 direct mee aan de slag.”
Niet wachten, maar tekenen
Mooij eindigt met een oproep: “Europese regels of niet, de grote versnelling moet doorgaan. Daarom moeten we zeker niet wachten tot deze regels zijn vertaald in Nederlandse wet- en regelgeving. We mogen nu niet vertragen. Via het Paris Proof Commitment werk je actief mee om sneller de Parijse doelen te halen. Onderteken dus het Commitment!”
Het EU bericht lees je hier.