Dutch Green Building Council werkt aan het DGBC Woonmerk; een label dat de duurzaamheid van woningen beoordeelt. Op vastgoedbeurs PROVADA op 6 juni is het af. Bram Adema, bestuurder van DGBC en directeur van CFP heeft meegedacht bij de totstandkoming van het DGBC Woonmerk. Hij vertelt waarom het er moet komen.
In het kort schetst Adema de problematiek rond de verduurzamen van woningen. “We hebben 7 miljoen woningen in Nederland. Die zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de CO2-uitstoot door gebouwen”, rekent Adema voor. “En er zijn meer dan 15 miljoen beslissers, de consumenten. Die moeten met relatief kleine budgetten beslissen over de duurzaamheid van kleine eenheden. Dat is een uitdaging. Om niet te zeggen, een groot probleem.”
Bied handelingsperspectief
Volgens Adema is het de kunst om die consument duurzame beslissingen te laten nemen zonder dat zij daarvoor expert hoeven te zijn. “En”, zo benadrukt hij, “die beslissingen zijn heel persoonlijk, en voor iedere situatie en iedere portemonnee anders. Het heeft geen zin om algemeenheden de wereld in te slingeren: ‘Iedereen moet isoleren’. Of: ‘Iedereen moet een warmtepomp’. Dat klopt gewoon niet in alle gevallen.” Wat nodig is, is handelingsperspectief, aldus Adema. Voor iedere beslisser afzonderlijk. Of het nu gaat om een individuele woningbezitter, een belegger of een woningcorporatie; voor al deze doelgroepen is er behoefte aan een eenvoudig instrument om direct aan de slag te gaan met verduurzamen van woningen.
Handleiding
Dat instrument bestaat uit drie elementen. In de eerste plaats heeft het de functie van een handleiding. Adema: “Heel simpel. Die handleiding geeft aan welke kenmerken van je woning je moet verbeteren voor een duurzaam resultaat. Daar kun je mee aan de slag, ook al heb je geen ‘duurzaamheid’ gestudeerd.”
Meetinstrument
Ten tweede is het belangrijk dat duurzaamheid meetbaar en vergelijkbaar wordt. “Een objectieve kijk op duurzaamheid. In hoeverre dragen maatregelen bij aan de duurzaamheid van een woning? En, hoe staat mijn huis ervoor ten opzichte van dat van de buurman?” Door duurzaamheid objectief meetbaar te maken, kan het onderdeel worden van wettelijke verplichtingen. Ook kan er door een objectief kader beter gehandhaafd worden, kunnen sancties worden opgelegd of bonussen worden uitgereikt. Samenvattend: “Als je iets kan meten, dan kun je het besturen. En dan gaat het groeien.”
Certificeren
Ten derde moet het certificeerbaar zijn. “Als je weet dat je huis duurzaam is, dan krijgt dat financiële waarde. Dan moet je het natuurlijk wel kunnen bestendigen, kunnen certificeren. Anders wordt er misbruik van gemaakt.”
Woonmerk versus Energielabel
Op deze drie pijlers is het DGBC Woonmerk ontwikkeld. Nu bestaat er voor woningen al het energielabel. Hoe verhoudt dit zich tot het DGBC Woonmerk? “Het energielabel gaat over de energiezuinigheid van een woning. Dat is natuurlijk belangrijk, maar dat is niet het uiteindelijke doel van een huis”, verklaart Adema. “In je huis wil je gezond, gelukkig en veilig wonen.” Dat betekent ook dat de nabijheid van openbaar vervoer en scholen belangrijk is. Dat er in het huis een gezond binnenklimaat is. Dat het huis is beschermd tegen inbrekers. Dat je er zo gelukkig van wordt dat je het aanbeveelt aan anderen. “Al die onderdelen bepalen ook de duurzaamheid van een huis. En zijn zodoende opgenomen in het DGBC Woonmerk.”
Het DGBC Woonmerk wordt laagdrempelig en tegen lage kosten in de markt gezet. “Het moet haast moeiteloos worden om het aan te vragen. Een paar uur werk. En voordelig. Want we moeten er miljoenen woningen mee verduurzamen.”
Meer informatie
Tijdens vastgoedbeurs PROVADA op 6 juni in Amsterdam RAI wordt het DGBC Woonmerk officieel gepresenteerd. a.s.r., VORM, VolkerWessels Vastgoed en Ballast Nedam zich aangesloten als founding partner van het DGBC Woonmerk.