De EU Taxonomie is een classificatiesysteem waarmee investeerders en bedrijven kunnen aangeven welke investeringen wel en niet duurzaam zijn. Op dit moment zijn alleen voor twee van de zes doelstellingen criteria ontwikkeld om te beoordelen of een economische activiteit aan de taxonomie voldoet. De criteria voor het milieudoel circulariteit zijn nog in concept.
Zes landen, 38 gebouwen
In oktober 2022 zijn de eerste concrete aanbevelingen gedaan aan de Europese Commissie, maar nu zijn deze verder uitgewerkt in het rapport Taxonomy Study on Circular Economy, inclusief aanbevelingen. Het rapport is een initiatief van Nederland (DGBC), Duitsland (DGNB), Spanje (GBCe), Denemarken (RFBB), Oostenrijk (ÖGNI), Zwitserland (SGNI) en denktank Climate Positive Europe Alliance (CPEA).
In het onderzoek zijn de taxonomiecriteria voor circulariteit toegepast op 38 gebouwen door Europa heen. In Nederland ging het om projecten van ABN Amro, EDGE en Redevco. Het rapport geeft inzicht in de uitdagingen die financiële en vastgoedorganisatie te wachten staan en geeft aanbevelingen en praktische oplossingen voor het toepassen van de criteria.
Meetbaar ja, haalbaar nee
In het rapport zijn twee vragen gesteld: zijn de eisen toepasbaar en meetbaar? Het antwoord daarop is ja in het geval van de Nederlandse situatie, blijkt uit de analyse van DGBC.
Ruben Zonnevijlle, programmamanager circulariteit bij DGBC: “De circulaire conceptcriteria zijn herkenbaar voor Nederland, we zitten op één lijn met wat betreft de doelen vanuit Europa. Nederland is namelijk een koploper als het gaat om het meetbaar maken van circulair bouwen. Instrumenten zoals BREEAM-NL en de MPG (MilieuPrestatie Gebouwen) sluiten goed aan.”
Concepteis 50% materialen circulair te hoog
De tweede onderzoeksvraag: zijn de criteria ook haalbaar? Daar is het antwoord nee, zegt Zonnevijlle. “De haalbaarheid is nog een uitdaging vanwege de hoogte van één specifieke eis. Geen van de 38 getoetste Europese projecten voldoet hieraan.” De grootste uitdaging ligt volgens Zonnevijlle namelijk in het gebruik van circulaire materialen en minimaliseren van niet-hernieuwbare materialen. Zo vraagt de concepteis dat minimaal 50% van de toegepaste materialen bestaat uit hergebruikte, gerecyclede of hernieuwbare materialen. Het advies van de zes landen is dan ook: pas deze aan.
Het andere kritiekpunt is dat de criteria voor renovatieprojecten strenger zijn dan voor nieuwbouw. “Het meest circulaire is nog altijd het behouden van bestaande bouw. Dat hier een hogere drempel voor geldt dan voor nieuwbouw druist tegen dit principe in, je wil dit eigenlijk andersom zien,” aldus Zonnevijlle tot besluit.
Bijlage over de Nederlandse situatie (NL)
De bijlage is ook in het Engels beschikbaar.
De Duitse evenknie van DGBC, DGNB, lanceerde het rapport tijdens een webinar waarbij de uitkomsten zijn besproken. Kijk deze hier terug.