In willekeurige volgorde speelden imago, idealisme en toekomstgerichtheid een rol bij de keuze om ja te zeggen tegen Dura. Het doel van Brouwer om mee te doen was om zelf meer te leren over verduurzaming van de gebouwde omgeving en de ambitie dat werkelijk toe te passen in de wereld van ontwikkelingen. "Soms lukt het en soms niet, omdat een bepaald object zich niet leent voor supervergroening.”
Nederland mooier maken
Brouwer en andere oprichters, kennen elkaar al van het initiatief ‘Laten we Nederland mooier maken'. Dat was een denktank van ondernemers uit verschillende disciplines binnen de vastgoedsector, bedoeld om een brede discussie over ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland op gang brengen. Brouwer pleitte daarin voor hergebruik van bedrijventerreinen in plaats van het nieuw bouwen naast uitgeleefde terreinen en voor het transformeren van kantoren naar woningen. “Laten we Nederland mooier maken, is wel gelukt wat DGBC niet lukte: na een paar jaar hebben we onszelf opgeheven.”
Het grootste succes van DGBC vindt hij dat iedereen nu praat over energieneutraal zijn of zelfs energiepositief bouwen, waarbij je meer opwekt dan je nodig hebt. Maar hij vraagt zich hardop af of dat aan de organisatie, de politiek of Europa ligt. “In Europa zijn we voorloper, maar dat komt deels omdat we dicht op elkaar wonen en daarom beter kijken hoe we dat zo duurzaam mogelijk kunnen realiseren. Ik denk dat het antwoord op mijn vraag een samenspel is tussen de partijen, maar dat het een taak van DGBC is om iedereen met de neus op de feiten te drukken.”
Lobbyclub
Overigens vindt Brouwer het goed dat DGBC nog bestaat, al is het nu meer een lobbyclub dan de missieorganisatie zoals deze vijftien jaar geleden is opgericht. Toen nog met de gedachte om voldoende én mooi te bouwen. Bovendien vindt hij dat er te veel bijeenkomsten in Rotterdam en Den Haag zijn en te weinig in Amsterdam, ook al neemt zijn eigen betrokkenheid nu af. “Dat heb je vaak als je in het begin ergens bij bent, dan neemt met de jaren de actieve aanwezigheid af, maar misschien moeten we dat ook maar overlaten aan de jongere mensen die nu een rol hebben in de organisatie.”
DGBC kan volgens hem wel beter in beeld brengen wat nodig is, zeker naar aanleiding van de afgelopen verkiezingsuitslag ligt voor hen een belangrijke rol in betere voorlichting. “Proteststemmen zijn van alle tijden, maar nu zie je dat bijna twintig procent van de stemgerechtigden op de BoerBurgerBeweging heeft gestemd, een partij die de problemen rond milieu en klimaat ontkent. Er valt nog veel uit te leggen en dat terwijl er al veel is gebeurd", zegt Brouwer.
Niemand kan weglopen van duurzaam bouwen
Bij de oprichting in 2008 praatte nog bijna niemand over duurzaam bouwen. “Nu kan niemand er meer voor weglopen. Het mooiste is de naamsbekendheid die DGBC heeft opgebouwd in al die jaren en dat de organisatie als een volwassen partij bekend staat. We tellen mee. Veel verenigingen hebben moeite om een stem te geven aan de achterban en dat is hier wel gelukt. Partijen vinden het ook belangrijk om te zeggen dat ze DGBC-partner zijn en dat was het oprichten al waard", zegt Brouwer.
Hij vindt het belangrijk om DGBC te blijven steunen, ook uit principiële overwegingen dat de gebouwde omgeving duurzamer moet, maar vindt ook dat de uitvoering anders kan. Juist nu na de verkiezingen blijkt dat verduurzaming bij zo'n twintig procent van de kiesgerechtigde bevolking niet leeft. Hij ziet meer in een lobby om te blijven bouwen, maar dan wel schoon bouwen met de juiste materialen. Het zou minder moeten gaan over Paris Proof. “Dat is duur en voor veel partijen niet haalbaar. Niet alle aannemers en architecten weten hoe je dit moet bereiken. Als je bouwt voor jezelf en je eigen portefeuille, is het mogelijk, maar als je voor een ander bouwt is het haast onmogelijk, simpelweg omdat huurders niet bereid zijn om ervoor te betalen.”
Tien punten voor komende tien jaar
Brouwer denkt wel dat de missie van weleer aan vervanging toe is: “Eigenlijk zou het duidelijker moeten zijn waar we met zijn allen voor staan en wat de bijhorende statements zijn. Zet de tien belangrijkste punten op een rij voor de komende tien jaar. Dan bestaat DGBC nog wel, want de afgelopen vijftien jaar zijn ook omgevlogen. Belangrijk is ook wat er wel klopt aan de verhalen, namelijk dat we minder in weilanden en meer binnenstedelijk kunnen bouwen.”
Dat past ook bij de filosofie van Breevast: zuinig zijn op het landschap, zodat ook toekomstige generaties daarvan kunnen genieten. “Wij pretenderen een bedrijf te zijn dat vooroploopt in vergroening", zegt hij. Het huidige bedrijf ontstond uit een fusie tussen een ontwikkelaar en een bouwbedrijf en nu is het ook een belegger. “In eigen portefeuille ben je eerder geneigd om duurzaam te investeren”, zegt de CEO. Het bedrijf ontwikkelt daarom het liefst gebouwen voor de langere termijn met zo min mogelijk stikstofuitstoot en duurzame materialen. “Daarbij is het belangrijk onderdelen op tijd te vervangen, bijvoorbeeld als een installatie na jaren verandert in een energieverslinder.” Het bedrijf was de eerste die in Brussel een BREEAM-NL gecertificeerd gebouw neerzette en wil mooie gebouwen blijven ontwikkelen. Dit principe past dan ook weer in het principe van het mooier maken van het landschap en de gebouwde omgeving.
Reeks interviews met founding partners van DGBC
Dit artikel is een aflevering in de serie interviews met de founding partners van DGBC. DGBC bestaat dit jaar vijftien jaar en met de oprichters van toen, die na vijftien jaar nog steeds partner zijn, kijken we terug op de oprichting, naar de ontwikkelingen die zijn doorgemaakt en werpen we een blik op de toekomst.