Eerst even terug naar dat moment waarop DGBC als missie-gedreven organisatie misschien niet meer nodig is. Want dat zou in principe betekenen dat de doelstellingen zijn behaald en we in een toekomstbestendige en duurzaam gebouwde omgeving wonen en werken. “Zover is het nog niet,” erkent Bordewijk. Maar hij is hoopvol. “Stel het lukt de hele gebouwde omgeving in 2040 Paris Proof en toekomstbestendig te zijn, dan ben je als DGBC eigenlijk niet meer nodig. Dan heb je het voor elkaar!” Nu ziet hij nog een belangrijke rol weggelegd voor de stichting. “De afgelopen vijftien jaar speelde ze een belangrijke rol in het mobiliseren van de keten. Ik zie DGBC als verbindende factor. Het fijne is dat ze begeleidend opereert. Ze maakt doelen concreet en vertaalt wetgeving naar de praktijk en landelijke context.”
Op zoek naar antwoorden
Dat is volgens hem ook in die beginjaren zo geweest. Er was behoefte aan een onafhankelijk baken, omdat er niet echt een stip op de horizon stond. Bordewijk was destijds niet betrokken bij de oprichting, maar weet dat DGBC als een van de eerste partijen op zoek ging naar antwoorden op belangrijke duurzaamheidsvraagstukken. Er was weinig wetgeving en concrete doelen waren er ook nauwelijks. De term duurzaamheid was volgens hem dan ook ontzettend vaag. “Ook binnen onze organisatie. Hoe krijg je daar duidelijkheid in? Waar moeten we naartoe met de gebouwde omgeving en wat is onze rol? Hoe kunnen we klanten faciliteren bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving? Bij het beantwoorden van die vragen heeft DGBC ons echt geholpen.”
Paris Proof in 2040
Het zijn zaken waar Bordewijk in zijn rol Sustainability Expert dagelijks mee in de weer is. “Ik ben verantwoordelijk voor het zo duurzaam mogelijk krijgen van alles dat we financieren. Niet alleen binnen ons eigen bedrijf, maar ook voor het vastgoed van onze klanten.” ING Real Estate Finance vervult een belangrijke rol in het verduurzamen van de keten, legt hij uit. “We financieren vastgoed en dat is een deel van het probleem. En dus willen we ook onderdeel van de oplossing zijn.” Bordewijk vertelt dat het stellen van concrete doelen daar enorm bij helpt. Mede daarom heeft het bedrijf zich ook voorgenomen om Paris Proof in 2040 te bereiken. Een tussendoel helpt daarbij, anders wordt het voor klanten een te grote stap. “In 2030 mikken we bij hen op een A-label om daarna via een renovatiecyclus naar Paris Proof te gaan. Op die manier zijn we een aanjager in de transitie. Het is belangrijk om te kijken hoe ver je daarin kunt gaan als bank.”
ING Real Estate Finance gaat daarin vrij ver, zo blijkt. “We laten onze klanten weten dat ze hun panden moeten verduurzamen, naar energielabel A in 2030. Doen ze dat niet, dan wordt financiering ingewikkeld. We helpen onze klanten in deze trajecten. Ook als je een label G hebt, kijken we hoe we dit naar A kunnen brengen.”
Waardevolle publicaties
Inzicht in duurzaamheidsprestaties van een gebouw helpt daarbij. In de afgelopen 15 jaar is er een beter beeld gekomen van wat duurzaamheid nu eigenlijk inhoudt. DGBC heeft daar volgens Bordewijk zeker aan bijgedragen. “In alle vergezichten en onzekerheden rondom duurzaamheid heeft DGBC licht kunnen brengen. Sommige publicaties heb ik tientallen keren geraadpleegd. Een recent voorbeeld is die over de EU Taxonomie. Maar ook de Paris Proof-norm is heel krachtig en duidelijk. Ook mensen die niet bij DGBC zijn betrokken gebruiken de term, dat is veelzeggend.”
Verder heeft ING Real Estate Finance zich recent aangesloten bij het Framework for Climate Adapative Buildings. “Een zeer handig document, omdat het zonder framework moeilijk te begrijpen is wat de fysieke klimaatrisico’s zijn en wat je ertegen kunt doen.” Hij verwacht dat het inspelen op klimaatverandering de komende jaren steeds meer een hot topic zal worden. “Het klimaat verandert en daar ontstaan ook nieuwe risico’s bij. Deze risico’s worden waarschijnlijker en groter. Dat betekent ook dat het inzicht in klimaatrisico’s steeds belangrijker wordt. Het is niet anders dan bij de energietransitie: je moet inzicht bieden, risico’s mitigeren en de kansen benutten. Daar willen we als organisatie de komende jaren ook meer op gaan sturen.”
Concreet en duidelijk
Een ander thema waarop het bedrijf meer wil gaan sturen is op werkelijk energiegebruik en materiaalgebonden emissies. “Dat is iets waarin we ook graag samenwerken met DGBC door samen de mogelijkheden te verkennen. Uiteindelijk is CO2-uitstoot een gevolg van werkelijk energiegebruik, niet van een theoretisch energielabel of gebouwscore. Materiaal is voor ons misschien iets minder van toepassing, want we financieren minder nieuwbouw en vooral bestaande bouw. Maar het is een goede ontwikkeling om doelstellingen te hebben om binnen de 1,5 graad te blijven. Het CO2-budget vind ik heel concreet en een duidelijk getal.”
Discussiëren op niveau
Het is die concretisering in combinatie met handvatten voor complexe vraagstukken waarop DGBC volgens Bordewijk ook de komende jaren moet focussen. “Tot 2050 is er nog veel werk te verzetten. Op alle relevante thema’s heeft ze wel een visie, maar het zijn toch vooral de duiding en de kaders die ze creëert die marktpartijen helpt. Met het veranderende klimaat zullen ook de vraagstukken blijven veranderen en toenemen.” Daarin heeft volgens hem ook een interessante omslag plaatsgevonden. Binnen de sector was duurzaamheid vijftien jaar geleden echt een niche: “Het was iets extra’s. Nu is iedereen ermee bezig en worden er constant vragen over gesteld. We zijn op een punt aangekomen waarop al die partijen op niveau met elkaar discussiëren. Er is niemand meer die ontkent dat verduurzaming van vastgoed noodzakelijk is. Daaraan heeft DGBC een waardevolle bijdrage geleverd.”
Reeks DGBC founding partners
Dit artikel is een aflevering in de serie interviews met de organisaties die vanaf de start bij DGBC betrokken waren, de zogeheten founding partners. DGBC bestaat dit jaar 15 jaar en met de betrokken organisaties van toen, die na vijftien jaar nog steeds partner zijn, kijken we terug op de oprichting, naar de ontwikkelingen die zijn doorgemaakt en werpen we een blik op de toekomst.