“Ik ben heel blij dat er eindelijk iets gebeurt in Nederland op het gebied van duurzaamheid”, begint Stephan zijn verhaal. “Je ziet steeds meer om je heen dat het herkend en erkend wordt, en dat er steeds meer ruimte is om jezelf daarin te onderscheiden en echt het verschil te maken.” Het is volgens hem belangrijk om daarbij leiderschap te tonen vanuit je visie. “Je ziet ook dat bedrijven die niet echt een bijdrage leveren aan de maatschappij, het veel moeilijker hebben om jong talent te werven. Dat vind ik een mooie verandering.”
Maar het gaat nog lang niet snel genoeg, meent hij. “Ik werk nu drie jaar bij Vesteda en we hebben al veel gedaan, maar mijn handen blijven jeuken om vanuit de urgentie een positieve impact te hebben in verduurzaming. Vesteda heeft de ambitie om de beste verhuurder te zijn. Hiermee willen we koploper zijn in de markt, onder meer op het gebied van duurzaamheid. We hebben twee jaar geleden het eerste woongebouw WELL gecertificeerd, en de lessons learned zijn we nu langzaam aan het doorvoeren voor de rest van onze vastgoedportefeuille. Dat is niet makkelijk maar die uitdaging gaan we wel aan. Er komen heel leuke resultaten uit, en die willen we delen in de markt. Ik vind het belangrijk dat anderen daar ook baat bij hebben, en dat we daarmee uiteindelijk de hele verduurzaming verder helpen. We doen dit er echt niet zomaar bij. Het is één van onze hoofdtaken om een verantwoorde belegger te zijn met betaalbare duurzame woningen.”
De bedoeling
“De laatste tijd proef ik rondom het thema verduurzaming - en met name in de vastgoedsector - dat de bedoeling steeds duidelijker wordt”, vertelt Frank. “Bij het Rijksvastgoedbedrijf hebben we zoiets van: we moeten nú aan de slag. Het is niet de vraag ‘of’ maar ‘hoe’ we er komen. En behalve heel veel ambitie, heb je draagvlak en realiteitszin nodig.”
Frank merkt dat veel mensen bij het Rijksvastgoedbedrijf komen werken vanuit een maatschappelijke meerwaarde. “Dus hoe kunnen we met de verduurzaming van onze gemeenschappelijke gebouwen, maar ook gronden, de maatschappij vooruithelpen. Ik denk dat je bewoners, ontwikkelaars, eigenaren echt kunt verbinden door die hogere waardes te benoemen en te stimuleren. En dan heb ik het niet alleen over idealen; het moet ook realistisch zijn. Het blijft zoeken naar een balans.”
Prototype
Tijdens het gesprek blijkt dat de Raad van Advies met een gebied aan de slag wil om een prototype neer te zetten. “Ik denk dat het goed is als we daar een bestaand gebied voor nemen”, reageert Stephan. “Deze club van mensen heeft veel innovatieve, leuke ideeën die per direct toepasbaar zijn. Een van de kwaliteiten van de Raad van Advies is, dat de achtergronden van de leden zo divers zijn. Je kunt elkaar daardoor scherp houden. Voor mij is het goed om even uit die vastgoedbubbel te worden gehaald; dat iemand zegt: zo zit het bij ons. Dat vind ik echt heel leuk.”
Frank is ook enthousiast over het idee: “Gebiedsgericht werken is een fenomeen dat momenteel opkomt: vooral win-win situaties creëren in de gebiedsaanpak. We hebben veel tekorten in de sociale huisvesting, dus dat onderwerp kun je er ook nog bij pakken als extra ideaal. En zoals Stephan ook al zegt: geen theoretische studie, maar praktijkgericht.”
Efficiënte oplossing
Investeren in verduurzaming is echter lastig, vindt Frank. “Ik hoor om me heen veel enthousiasme, bijvoorbeeld als we het hebben over zonnedaken of zonnepanelen op gronden. Maar hoe doen we dat op een efficiënte manier? Daar hebben wij de Routekaart voor bedacht. We brengen de verduurzaming op een natuurlijke manier tot stand. We leggen pas zonnepanelen op een dak, op het moment dat het dak moet worden aangepakt, en niet eerder. Dat is een efficiënte oplossing. Ik vraag me echter af of dat nog wel kan op deze manier. Misschien is het nu tijd voor minder efficiënte oplossingen.”
Stephan is het met Frank eens. “Duurzaamheid kost geld, maar wie gaat dat betalen? Daar moet je heel goed over nadenken. En er zijn ook nog tegenstrijdige belangen, dus als je iets gaat verduurzamen, is het goed om naar het hele plaatje te kijken; de hele omgeving en de mensen in die omgeving. Want wat moet er allemaal verbeterd worden? Daar is energetische verduurzaming ook onderdeel van. Als je dat als een heel maatregelenpakket kunt verbeteren, dan krijg je meer mensen mee. Dan zie je ook de synergie van bepaalde zaken, de integrale kijk op duurzaamheid. Dat het gaat om energie, klimaatadaptatie, biodiversiteit en uiteraard welke positieve impact dit heeft op de mens.”
Volgens Frank is het bieden van perspectief heel belangrijk. “Dat zie je nu ook bij de coronacrisis. Als je mensen perspectief biedt - niet te optimistisch, maar tegelijkertijd redelijk ambitieus - dan heb je een heleboel mensen mee. Je moet natuurlijk wel blijven nadenken. Dus nu het plan maken en het in gang zetten, het schip draaien naar de horizon waar je naartoe moet, vaart zetten, en gedurende je route voortdurend bijsturen.”
Dit artikel is onderdeel van een reeks van interviews met de Raad van Advies van Dutch Green Building Council. In de komende weken zullen ook de andere leden met elkaar in gesprek gaan. Deze raad bestaat uit DGBC-partners die samen met het bestuur van DGBC, de directie ondersteunt als adviseur en sparringpartner. Lees hier meer.
Lees hier het interview met Thomas Leenders (Signify) en Elsbeth Quispel (Cushman & Wakefield).