Begrippen als klimaatverandering en grondstoffenschaarste zijn inmiddels bij het grote publiek geland en het draagvlak is breder geworden, merkt Cramer. “Ik voel mijzelf niet meer als een roepende in de woestijn, zoals lange tijd het geval is geweest. Nu is het tijd voor een systeemverandering, maar dat gaat niet vanzelf.”
De circulaire economie is een systeem in opbouw, dat volgens haar successief moet worden opgebouwd en automatisch de lineaire economie daarmee a reekt. “Dat gebeurt met vernieuwende partijen, maar ook die partijen binnen de gevestigde orde, die begrijpen dat ze geen andere keuze hebben en ook kansen kunnen aangrijpen. Dus met de ‘coalition of the willing’. ”
Samenwerking is key
Om die partijen te verenigen moet nog wel wat gebeuren, zeker in de gebouwde omgeving, benadrukt Cramer. Het vereist heel veel samenwerking in de keten. “Aan het begin van een project moet aan de voorkant direct duidelijk zijn wat de circulaire eisen zijn. En dat geldt niet alleen voor bouwen, maar ook voor slopen. Maar het kan. Cirkelstad heeft al tig keer bewezen dat wat er mogelijk is.”
Regie en coördinatie
Naast samenwerking is regie noodzakelijk. “Een partij moet zorgen voor coördinatie, zodat die circulaire eisen voor alle betrokken partijen helder zijn.” Zodra de hamer neergelegd wordt, houdt nu nog te vaak het verantwoordelijkheidsgevoel van sommige partijen op. Het is een ontwikkeling die haar zorgen baart. “De gehele bouwketen moet zorgdragen voor een gebouw, ook in de onderhoudsfase. De faalkosten zijn in veel gevallen nog schrikbarend hoog. En ook in de onderhoudsfase moet de circulariteit optimaal behouden blijven.” Om stappen te zetten naar een circulair gebouwde omgeving hoopt ze dat de overheid de komende jaren een prominentere rol gaat spelen. Als opdrachtgever ligt er voor hen een belangrijke taak in de aanbesteding. “Die taak vervullen ze nu nog matig tot slecht. De uitvraag moet gewoon circulair zijn, maar dat geldt overigens ook voor andere opdrachtgevers. Zij creëren de basis voor een bouwproject.”
Denk in mogelijkheden
Op de vraag of alles wat gebouwd moet worden circulair moet zijn, is ze duidelijk. “Ik zou niet weten wat niet. Natuurlijk zijn er circulaire loops die kort en lang zijn, afhankelijk van het object. Maar mensen moeten niet te veel in de kramp schieten, denk in mogelijkheden. Het gaat om wat circulariteit betekent en kan bijdragen.” Ze hoopt dat alle betrokken partijen spoedig inzien dat ze maximaal moeten hergebruiken en modulair moeten ontwerpen om zo grondstoffenverspilling tegen te gaan. “Het maken van levenscyclusanalyses speelt daarbij een belangrijke rol. In de bouwwereld zijn tools als de milieukostenindicator er niet voor niets.”
Duurzaamheid is de toekomst
Of de klimaatafspraken van 2050 gehaald worden, is volgens Cramer nog maar de vraag. “Technisch gezien is het mogelijk, maar het is een maatschappelijk, politiek en organisatorisch probleem. En dat stemt mij nog weleens somber.” Tegelijkertijd gelooft ze dat het tonen van de juiste voorbeelden voor een versnelling kan zorgen. “Duurzaamheid is de toekomst. En DGBC is op dit moment een rots in de branding. Dat duurzaamheid en circulariteit nu ook meetbaar gemaakt worden, met bijvoorbeeld BREEAM, helpt enorm. Het toont de mogelijkheden, maar laat ook zien dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid kunnen en moeten nemen.”
Jacqueline Cramer is naast hoogleraar duurzaam innoveren, onder andere ambassadeur circulaire economie bij Amsterdam Economic Board en burgemeester van Cirkelstad. In de jaren negentig vervulde ze functies bij TNO, Philips en Akzo Nobel omtrent strategisch milieumanagement en werd ze benoemd tot kroonlid van de Sociaal Economische Raad. Daarnaast was ze na de eeuwwisseling onder meer initiator van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen binnen het Nederlandse bedrijfsleven en minister van VROM tijdens kabinet Balkenende IV.
Dit artikel is afkomstig uit het DGBC-Bidbook. DGBC wil met het DGBC-Bidbook aan Nederland laten zien waar de stichting voor staat en wat het gezamenlijk met haar participanten voor kennis en expertise in huis heeft. Deze participanten vertegenwoordigen de gehele bouwketen, van beleggers, financiers, eindgebruikers, adviesbureaus tot vastgoedbeheerders, installatiebedrijven, bouwers en architecten.