In 2018 kondigde de overheid aan dat alle kantoorgebouwen in Nederland in 2023 minimaal energielabel C moeten hebben, anders mogen ze officieel niet meer worden gebruikt. Universiteit Maastricht heeft de balans opgemaakt van wat die maatregel voor effecten heeft gehad. Het onderzoek vond plaats in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Dutch Green Building Council (DGBC) in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs (NVM).
Lagere prijzen, maar huren onveranderd door regelgeving
Naast de prijsdaling van kantoren met een laag label vinden de onderzoekers dat de maatregel nagenoeg geen effect heeft op de huurprijs van kantoorgebouwen. “Markthuren in energiezuinige kantoren liggen gemiddeld genomen zo’n 5% hoger, maar dit percentage is na de label-C regulering onveranderd gebleven. Huurders lijken zich vooralsnog niet veel aan te trekken van de regelgeving”, concludeert onderzoeker Nils Kok, hoogleraar vastgoedfinanciering aan Universiteit Maastricht.
Grote labelsprongen
De onderzoekers zien dat sinds de overheidsaankondiging grote labelsprongen worden gemaakt. Van kantoren die worden verduurzaamd, maakt 75% direct de stap naar energielabel A, gemeten in vierkante meters. Projectmanager Eefje Stutvoet (DGBC) reageert: “Dat is een goede zaak. Als kantoren worden verbeterd, dan gebeurt dat gelukkig meteen goed. Het komt ook doordat een ambitieuzere labelplicht in 2030 boven de markt hangt. Ondertussen is het advies al wel opgeschoven naar label A+++, of liever nog helemaal Paris Proof, dus CO2-neutraal.”
Groei in label C en hoger
Verder blijkt dat eind 2022 77% van de kantoren met een energielabel voldoet aan de labelverplichting. Voor de aankondiging was dat nog 63%. Stutvoet: “Dat lijkt een stap in de goede richting, maar nog altijd heeft 30% van alle kantoren nog helemaal geen energielabel. Die hebben we dus niet in beeld.”