Aangenaam wonen hangt niet alleen af van de woning zelf, de omgeving speelt een enorme rol in iemands woongenot. Dat is ook één van de redenen waarom omgevingsfactoren zijn meegenomen in DGBC Woonmerk, het meetinstrument voor zowel bestaande- als nieuwbouw.

Marianne Davidson, vastgoedontwikkelaar en manager innovatie & duurzaamheid bij VolkerWessels Vastgoed merkt dat een prettige leefomgeving een steeds concreter en maatschappelijker vraagstuk wordt. “Er is een groeiende behoefte aan het in kaart brengen van gezondheidsaspecten met behulp van data. Dat is ook de reden waarom  VolkerWessels Vastgoed zich aan het Woonmerk wil verbinden. Wij creëren voor kopers een leefomgeving en willen hierin ook onze verantwoordelijkheid nemen."

Geschikt voor meerdere doelgroepen

Volgens Davidson schept het Woonmerk randvoorwaarden om te kiezen voor een bepaald duurzaam woonproduct. “Of een woning een prettig thuis is, kun je nooit meten. Dat is een gevoelskwestie, maar alles wat je kunt meten dat wordt op een objectieve manier in kaart gebracht.” Daar kunnen meer partijen profijt van hebben dan alleen de eindgebruiker. “Bij makelaars merk je al dat er meer gewerkt wordt met data-analyse”, vervolgt Davidson. “Maar, ik zie ook zeker toegevoegde waarde voor financiële instellingen. Beleggers kunnen hun beleggingsproduct aanpassen op basis van de data die uit het Woonmerk naar voren komt.”

Groene longen

Om te kijken hoe woningen in het Woonmerk naar voren komen, draaide VolkerWessels mee in de pilot met 95 woningen in Groningen (Project Engelse Park). In dit project werd door de vastgoedontwikkelaar met veel zorgvuldigheid gekeken naar een goede samenhang tussen woning, buurt en omgeving. “De groene longen van de wijk moesten echt het middelpunt van de woonwijk worden, zodat bewoners graag buiten zijn, met elkaar in contact komen en de kinderen in een gezonde en veilige omgeving kunnen spelen”, vervolgt Davidson. “Uiteraard zijn er prachtige, duurzame woningen gebouwd, maar er is minstens zoveel energie gestoken in het behouden en versterken van de karakteristieken van de omgeving. Wij zijn er van overtuigd dat je als bouwer op de leefomgeving invloed kunt uitoefenen. Die is bijna net zo belangrijk als de woning zelf.”

 

Uitdagingen

Bij het creëren van duurzame woningen, komt dezer dagen automatisch het onderwerp gasloos wonen opborrelen. Toch is dat volgens Davidson niet meer de grootste uitdaging, zeker niet bij nieuwbouw. “We weten al geruime tijd hoe we huizen zonder gas moeten bouwen. Dat is nu vooral een financiële aangelegenheid, vooral bij bestaande bouw.” Bij nieuwbouw spelen andere ontwikkelingen de komende jaren een grotere rol, benadrukt Davidson. “Woningen moeten meer circulair worden. Er moet meer worden gebouwd met biobased materialen. En uiteraard zal er meer focus komen op het hergebruik van elementen in een woning. Dan zullen woningen daadwerkelijk beter worden.”

Blijven leren

Maar die betere woning zorgt gelijk voor een tweede uitdaging, erkent Davidson: “Het gezondheidsaspect. Door de toegenomen isolatie van woningen zijn ze droger en houden ze geluid goed buiten. Dat heeft invloed op de fijnstofwaarde, luchtkwaliteit en vochtigheid in een huis.” Volgens Davidson is het belangrijk om daarover te blijven leren en bewustwording te creëren. “Een mens woont gemiddeld 10 jaar in dezelfde woning, waarin een derde tot de helft van de tijd wordt doorgebracht. Die omgeving moet dan dus gezond en duurzaam zijn. Dat je dat op een laagdrempelige manier inzichtelijk kunt maken is de toegevoegde waarde van het Woonmerk.”

Lees hier meer: 

• Verder kijken dan het energielabel - 16 mei 2018
• ‘Energiezuinigheid is niet het doel van een huis: je wilt gezond, gelukkig en veilig wonen’ - 8 mei 2018