Worm bevindt zich al jaren in de wereld van het vastgoed. In 2009 werd hij gevraagd door een organisatie die veel investeerde in de Nederlandsche kantorenmarkt. Zo’n zeven jaar later besloot hij dat het tijd was om zelfstandig aan de slag te gaan met Magnus. “We hebben als doel om ieder jaar minimaal één nieuw pand aan te kopen en dat na grondige renovatie weer aantrekkelijk te maken voor huurders. We focussen ons echt op kantoren en bedrijfsgebouwen. Daarbij zorgen we zelf voor het beheer. We proberen onze klanten optimaal te ontzorgen.” In 2023 kwam het besef dat hij aan dat gedeelte meer tijd wilde besteden. En zodoende zal dit jaar het makelaardij-gedeelte onder een andere naam verder gaan. “We hebben de juiste mensen die graag met die tak van sport verder willen. En ik kan dan vol voor het vastgoedgedeelte gaan. We hebben als doel om voor de zomer ook fysiek uit elkaar te gaan.”
Passend bij duurzame koers
Bij de nieuwe focus komt ook gelijk het partnerschap met DGBC om de hoek kijken. Waarom Worm toenadering zocht tot DGBC? Er zijn diverse redenen. “Ten eerste is het een goed initiatief om te ondersteunen. Maar het past ook bij onze duurzame koers. We willen de toekomstige panden die we aankopen van het gas af hebben en waar mogelijk verduurzamen. Dan is het belangrijk dat je kennis op orde is om de juiste beslissingen te nemen. Ik zie het als leergeld voor de toekomst.”
Mede daarom besloot Worm ook twee BREEAM-NL cursussen te volgen. En dat was best pittig, erkent hij. “Je merkt al snel dat het veel meer behelst dan een lijstje dat je moet afvinken. De materie en alle credits gaan veel dieper dan dat. De afgelopen tijd ben ik veel meer te weten gekomen over duurzaamheid, niet alleen over BREEAM-NL, maar ook over energielabels.” Gedurende dat leerproces kwam hij ook tot een waardevol besef. “We willen graag verduurzamen, maar je moet voorkomen dat je overambitieus bent en het tegen je werkt.” Als voorbeeld pakt hij een gebouw in Schiphol erbij, waar Magnus veel heeft gedaan om het groener te maken. Voor een A+++ label moesten er concessies worden gedaan ten aanzien van de verlichting in de kantoren. “Hierdoor lever je als huurder in op comfort, omdat je meer wattage verbruikt. Dat schiet zijn doel voorbij. Uiteindelijk willen we een fijne werkplek realiseren voor onze huurders, en die willen logischerwijs niet in het donker werken. Het is dus altijd zoeken naar balans: een zo goed mogelijk verantwoord gebouw en dat tegen een betaalbare prijs.”
Toekomstbestendig
Want de prijs blijkt voor huurders nog altijd een cruciale factor te zijn, erkent Worm. “De economische aspecten wegen veelal zwaarder dan de duurzaamheidsmotieven. Zelfs bij bedrijven die claimen groen te zijn.” Voor Magnus Group is het geen reden om lager in te zetten. “Als je kijkt naar 2030 zullen alleen groene gebouwen toekomstbestendig zijn. Misschien dat we daarom nu te vroeg zijn voor sommige partijen en onszelf nog uit de markt prijzen. Maar ik geloof dat we het juiste doen.”
Schaalvergroting
Worm is dan ook optimistisch over de toekomst. “De technologie maakt grote stappen en dat kan leiden tot schaalvergroting en kostenbesparing. Door de jaren heen hebben we dat ook gezien met ledverlichting en warmtepompen. Nu is dat voor vrijwel iedereen toegankelijk. Als de overheid dan ook nog een eenduidig beleid hanteert en dat ook goed communiceert, kan het snel gaan.”
Ontzorgen
Ondertussen blijft Magnus Group stoïcijns doorwerken aan een duurzamere toekomst en zal de klant altijd op één blijven staan. “We zijn een kleine organisatie en erg slagvaardig. We zullen ook in de toekomst ouderwets blijven ontzorgen. De mensen voor wie we werken kennen we bij naam. Alles is heel persoonlijk. Die beleving blijven we geven, ook met alle toekomstige vragen rondom duurzaamheid.”
