Het webinar start met een poll. Van de bijna 150 deelnemers wil 60% op 20 mei weer naar kantoor. Juist daarom hamert Atze Boerstra op het belang van ventileren. Hij maakt aan de hand van een aantal praktijkcases inzichtelijk welke rol luchtverversing kan hebben bij groepsbesmettingen. Zo geeft hij voorbeelden van 'super spreading events' uit landen zoals Zuid-Korea, Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten waarbij één persoon soms meer dan twintig personen besmette. Een overeenkomst hierbij lijkt te zijn: met veel mensen samenkomen in slecht geventileerde ruimten. Daarom hamert Boerstra uit voorzorg op extra ventilatie: “Zet de luchtverversing op de hoogste stand. Kan dat niet, zet dan ook een raam open. Maatregelen die vaak heel simpel zijn te nemen.”
Vergaderzalen
Boerstra vertelt: “Op werkplekken en in gezamenlijke ruimten zoals vergaderzalen, leslokalen en spreekkamers zitten mensen vaak dichter op elkaar. Anderhalve meter afstand houden, regelmatig handen wassen, hoesten en niezen in de mouw zijn maatregelen die helpen. Die regels moeten we blijvend in acht nemen, maar die anderhalve meter geeft in een ondergeventileerde ruimte schijnveiligheid.” Hij geeft dan ook een reeks tips om eventuele risico tot verspreiding via gebouwinstallaties tegen te gaan. Zoals checken hoe het zit met recirculatie, want het rondpompen van gebruikte lucht is nu even geen goed idee. Ook het verhogen van de luchttoevoer op ruimteniveau is belangrijk: “Als je langere tijd met meerdere mensen in een ruimte zit, is het pas echt veilig als je minimaal 60 m3 per uur aan verse lucht per persoon toevoert. Dat is echt veel (klasse A niveau PvE Gezonde Kantoren), maar veel installaties kunnen dat gewoon leveren, met al dan niet wat lokale aanpassingen. En het is slim om met een lage bezettingsgraad te werken (sowieso vaak al nodig in verband met de anderhalve meter afstand regel): hoe minder mensen in een ruimte, des te minder kans op besmetting.
Druppels versus aerosolen
Na Boerstra neemt Fransesco Franchimon het woord. Hij bespreekt een aantal onderzoeken die extra inzicht bieden in hoe het virus zich precies verspreidt. Hij behandelt drie overdrachtsroutes die in een gebouw relevant zijn. Grote druppels worden opgevangen door het beleid van de anderhalve meter afstand, omdat die op deze afstand door hun gewicht meestal wel neergedaald zijn. Kleine druppeltjes (aerosolen) kunnen daarentegen tot wel minuten tot uren in de lucht blijven hangen. Bij hoesten en niezen hebben die een directe reikwijdte van 7 á 8 meter om vervolgens nog lang in de lucht te blijven zweven en veel grotere afstanden te halen. Uit onderzoek blijkt dat ook die kleine deeltjes virusmateriaal bevatten, per volume-eenheid ongeveer net zoveel als grote druppels. Het is aannemelijk dat de kleine deeltjes dieper in de longen doordringen bij het inademen. Overigens is het zo dat bij gewoon praten en zelfs bij normaal ademen aanzienlijke hoeveelheden druppels en met name aerosolen in de lucht verspreid worden. Een goede reden om niet alleen de anderhalve meter afstand regel maar ook (bij verblijf binnen) het aspect luchtverversing in deze tijd heel serieus te nemen.
Levensvatbaar blijven
Ook op oppervlakten zoals staal en plastic kan het virus overleven, laat Franchimon zien. “Een virus kan op die ondergronden wel dagen levensvatbaar blijven”, vertelt hij. Aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden laat hij zien dat het virus ook echt via lucht, toilet en objecten kan verspreiden. Franchimon vraagt daarom ook extra aandacht voor maatregelen rondom toiletten, zoals het aan laten staan van de luchtafvoer en het sluiten van het wc-deksel voordat er doorgespoeld wordt.
Slotpoll
De lessen van Boerstra en Franchimon zetten aan het denken. Tijdens de slotpoll geeft 54% van de deelnemers aan vaker te gaan doorluchten. 15% is voornemens om het wc-deksel te sluiten bij het doorspoelen en een kwart gaat de recirculatie van luchtbehandeling checken en uitzetten.
Bronnen: