René van Valen, manager key accounts en marketing: “Vroeger was recyclebaar het streven, terwijl dat nu een lage stap op de R-ladder is. Het is pas goed genoeg als we een volledig circulaire economie hebben en producten steeds opnieuw inzetten. Dat is tegelijkertijd een utopie, op een gegeven moment zijn producten op. Aan het einde van de levensduur moeten materialen en grondstoffen herbruikbaar zijn.”
De duurzame stoffeerder wil daarom precies weten waar een product vandaan komt en hoe het is gemaakt. Van Valen licht toe: “Vanuit leveranciers is er gelukkig steeds meer informatie voorhanden, meer verplichtingen rondom Environmental Product Declarations (EPD’s) helpen daarbij. Bij een leverancierscheck controleren we of producten onder eerlijke arbeidsomstandigheden zijn gemaakt. We bieden producten aan die zo circulair mogelijk zijn en een lage ecologische voetafdruk hebben. Als er niet voldoende informatie beschikbaar is om dat te beoordelen, is het geen goed product en nemen we het niet op in ons assortiment. We zijn niet afhankelijk van het aanbod van fabrikanten, maar maken zelf bewuste productkeuzes.”
Samen verduurzamen
Iedema Projectstoffeerders heeft oog voor de hele keten en zoekt medestanders om samen duurzame gebouwen te realiseren. “Daarom zijn we nu partner van DGBC. Onze missies sluiten op elkaar aan en er is een groot netwerk van partners met dezelfde visie als wij. We hopen mensen te vinden die geen stoffeerders zijn, maar wel tegen dezelfde dingen aan lopen en van wie we kunnen leren. Daarnaast willen we laten zien welke circulaire kansen er liggen. Die ideeën moeten zich als een olievlek verspreiden, of liever iets groens natuurlijk, noem het nieuw kroos”, zegt Van Valen lachend.
Binnen de organisatie wordt hard gewerkt aan bewustwording. Van Valen wil iedereen meekrijgen op weg naar een circulaire economie. “Dat is soms best lastig. Zoveel mensen, zoveel meningen. Sommige stoffeerders vinden het een geitenwollensokken-beleid en doen dingen omdat het van ze wordt gevraagd. Tegelijkertijd zijn collega’s ons visitekaartje op de vloer en willen we met z’n allen hetzelfde verhaal vertellen. Daarom organiseren we bijeenkomsten om meer bewustwording te creëren, nodigen we fabrikanten uit en laten we cijfers zien over hergebruik. Je moet tastbaar maken wat je ermee wint als je een product opnieuw inzet. Als je zegt dat de uitstoot van een nieuw product gelijkstaat aan die van twintig vrachtwagens, gaan mensen erover nadenken. We hopen dat steeds meer collega’s onze duurzaamheidsambassadeurs worden.”
Dat geldt ook voor de nieuwe generatie. Twintig procent van de toekomstige stoffeerders volgt een opleiding binnen het bedrijf: “We werken samen met opleidingsinstituten en één van onze collega’s geeft er nu les. Met jonge enthousiaste stoffeerders garanderen we de toekomst en de kwaliteit van de opleiding hebben we in eigen beheer. Het gros van de huidige stoffeerders is al wat ouder en er is kans op een tekort aan stoffeerders in de toekomst, dus moeten we goed kijken hoe we daarmee omgaan. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bieden we ook banen aan. Op het gebied van social return nemen we onze verantwoordelijkheid”, vertelt Van Valen.
Circulaire kansen
Verantwoordelijkheid nemen op het gebied van maatschappelijke opgaven, kwaliteit en circulariteit is nu belangrijk, volgens Van Valen. “We hebben al veel grip op nieuwe producten die een gebouw in gaan, maar nog niet op producten die eruit gaan. We zoeken samen met verschillende partijen naar de beste methode om die producten zo hoogwaardig mogelijk te hergebruiken. Tijdens de ontwerpfase van een project denken we al na over hoe we producten een tweede leven kunnen geven in een volgend project. Denk aan de manier waarop we gordijnen maken en afwerken. Daar is nog veel te winnen om hoogwaardig hergebruik mogelijk te maken”, vertelt hij.
Persoonlijk maakt Van Valen ook duurzame keuzes: “Producten die aan vervanging toe zijn, brengen we naar de kringloop. We zijn geen koopfanaten en hoeven niet de nieuwste tv te hebben. Als we dan toch iets nieuws kopen, zoeken we uit waar het vandaan komt en waarvan het is gemaakt. Fair trade is niet alleen goed voor de winkel, maar voor de hele keten, tot aan de mensen die de grondstoffen delven. We willen eerlijke keuzes maken voor de wereld. We moeten niet denken dat we er al zijn, het kan altijd beter. Wel zie ik de toekomst rooskleurig in. Als je dat niet doet, heb je ook geen energie om dingen te veranderen.”