Duurzaamheid stroomt door de aderen van de WDP-medewerkers, zo blijkt uit het gesprek met het drietal. Assink, verantwoordelijk voor de Nederlandse tak, vertelt: “Wie je bij ons ook spreekt, binnen iedere functie is duurzaamheid een belangrijk onderdeel in de dagelijkse werkzaamheden. En daar zijn we trots op. Gekscherend wordt de ceo hier ook wel de Chief Energy Officer genoemd.”
Duurzame doelen
Het zijn woorden die zijn collega Alexander Makar onderschrijft met een aantal concrete doelstellingen die WDP najaagt. “In 2022 hebben we ons klimaatactieplan gepresenteerd. We streven ernaar om in 2050 net zero te opereren over onze volledige waardeketen (scope 1,2 en 3), voor onze eigen kantoren ligt dat doel op 2025, voor ons carpark ligt de stip op de horizon op 2030 en op 2040 voor onze verhuurde gebouwen.” Makar voegt daaraan toe dat ook nog eens 75 procent van de financieringen van WDP vergroend wordt en uiteindelijk minstens 75 procent van de vastgoedportefeuille over een duurzaamheidscertificaat zal beschikken.
Toekomstbestendig bouwen
Daarbij komt BREEAM-NL om de hoek kijken. Inmiddels wordt er door WDP al in vijf landen met BREEAM gewerkt. Van Cauwenberge vertelt met gepaste trots over een lang en voortdurend traject om het belang van het werken met BREEAM in de organisatie te borgen. “Er gaat veel tijd, geld en moeite in een BREEAM-project zitten. Dan is het belangrijk om je medewerkers mee te krijgen en de meerwaarde te laten zien.” Die meerwaarde weet Van Cauwenberge duidelijk samen te vatten: “De operationele kosten drukken, toekomstbestendig bouwen en bijdragen aan een gezonde leefomgeving.”
Werken met BREEAM
Maar het werken met BREEAM is zeker niet altijd even bevredigend, concludeert het drietal unaniem. Met name voor logistiek, is het certificeringsinstrument onvoldoende gedifferentieerd, aldus Assink. “Picnic, DHL, de Rotterdamse Haven: het is allemaal logistiek. Maar je kunt het eigenlijk niet met elkaar vergelijken. We bouwen met ons werk een schil rondom het logistieke proces. Die operatie bepaalt hoe het huis eruit moet zien. Maar in BREEAM wordt daar naar mijn mening nog te weinig naar gekeken.” De theoretische benadering sluit in zijn ogen onvoldoende aan, op wat er soms in de praktijk mogelijk is. Hij pakt er een concreet voorbeeld bij: “BREEAM gaat uit van scores en punten. Je krijgt bijvoorbeeld punten als je het licht handmatig uit kunt doen. Dat is in een logistieke hal simpelweg niet mogelijk, tenzij een medewerker elf meter lang is.”
Biodiversiteit
Assink ziet dan ook mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van BREEAM op een onderwerp als biodiversiteit. WDP bouwt in Breda aan het Prinsenhil Logistics Park waarin er nadrukkelijk oog is voor de leefomgeving van planten en dieren. “Bij dit project halen we alles uit de kast. We hebben met landschapsarchitecten en ecologen gesproken over de leefomgeving van vogels, kevers en kikkers. Het zou me niet verbazen als dit een gebouw is dat in de top 3 staat met maatregelen rondom biodiversiteit. Maar binnen BREEAM-NL In-Use worden we daar onvoldoende voor beloond.”
Theorie en praktijk samenbrengen
De haat-liefdeverhouding met de certificeringsmethode is een belangrijke reden waarom WDP een partnerschap is aangegaan met DGBC. Assink vervolgt: “Je kunt klagen, maar je kunt ook met elkaar aan tafel gaan zitten en kijken hoe de theorie meer op de praktijk kan aansluiten. Daarom willen we ook onderdeel zijn van het netwerk van DGBC.”
Tot slot geeft hij nog een mooi compliment aan zijn collega Van Cauwenberge. “Bij WDP kijken we in Europa echt naar BREEAM. Frank heeft met zijn team iets moois neergezet. Hij heeft de lat hoog gelegd en het belang ervan in het DNA van de organisatie gekregen.”
De duurzaamheidsinspanningen van WDP, worden inmiddels op grote schaal erkend en geroemd. Zo werd het bedrijf afgelopen jaar opgenomen in de top 10 van de Dow Jones Sustainibility Index. Op wereldniveau wist het een plek in de top 20 te bemachtigen.