Hoe het allemaal begon
Hij kijkt met plezier en bescheiden trots terug op een decennium bij DGBC; eerst als oprichter en later als bestuurslid. “We zijn eigenlijk met niets gestart, vanuit de behoefte naar een systeem om de duurzaamheid van een gebouw te kunnen meten. Ik had ervaring met het werken met BREEAM en wilde graag een Nederlandse variant hierop introduceren. Samen met Annemarie van Doorn, Theo Joosten, Jack de Leeuw en Job Dura hebben we een businessplan gemaakt en uiteindelijk iemand ingehuurd die moest zorgen voor aansluiting bij de World Green Building Council.”
Dat lukte, en daarbij bleek de zoektocht naar founding members een succesvolle exercitie. “We zochten er twintig en hadden er al vrij snel zestig. Andy van de Dobbelsteen had inmiddels uitgebreid onderzoek gedaan en concludeerde dat BREEAM de meest geschikte meetlat was voor Nederland. Vervolgens is de vertaalslag van BREEAM naar BREEAM-NL gemaakt.”
Begrip in de markt
Het klinkt allemaal simpel, maar de totale oprichting had toch nog wel iets meer voeten in de aarde. Eigenlijk begon het toen pas echt voor de kleine groep idealisten. “Je betreedt een politiek krachtenveld en dat werkt vertragend. Daarnaast was bouwend Nederland tien jaar geleden nog nauwelijks bezig met duurzaamheid. Er was ook wel wat weerstand van bestaande instituten. We hebben dus echt moeten pionieren en overtuigen. En dat is wel gelukt. BREEAM-NL is een begrip geworden in de markt, zeker binnen de nieuwbouw. Daar ben ik toch wel trots op.”
REDEVCO
Bij de vraag waar hij trots op is op zijn tien jaar bij REDEVCO komt zijn bescheidenheid bovendrijven. “Ach, wat is trots? Ik heb altijd hard gewerkt, maar dat is normaal. Ook hier hebben we moeten pionieren. Geruime tijd was de grote vraag of duurzaamheid een hype was. De crisis bewees eigenlijk dat het een blijvend begrip is geworden. Het is een thema dat we hoog op de agenda hebben gezet. Wat ik altijd enorm heb gewaardeerd aan REDEVCO is dat er gekozen is voor een transparante aanpak, door alles met BREEAM-NL In Use alles te certificeren. Duurzaamheid is daar echt onderdeel van een gestructureerde aanpak, op een verantwoorde manier. Daarmee hebben ze een voorbeeldfunctie voor andere organisaties.”
Ondanks die voorbeeldfunctie en de bijbehorende aangename werkplek vond hij het na ruim tien jaar toch tijd voor een nieuw avontuur. “Na acht jaarverslagen is het een vertrouwd kunstje, dat je opvoert op routine. Nu ik er zo op terugkijk: het is echt een hele lange periode. Maar wel een dynamische. Gedurende de crisis zijn er veel interessante ontwikkelingen geweest en kwam het besef dat er met name bij bestaand vastgoed echt wat moest gebeuren. Daarin hebben we mooie stappen gezet.”
APG: nieuw avontuur
Bij APG zit hij volgens zijn eigen beschrijving ‘aan dezelfde vastgoedtafel, maar dan aan de andere kant’. “Het is prettig om met veel bedrijven het gesprek aan te gaan. Het is belangrijk om vastgoedorganisaties de kansen en de funkant in te laten zien van de uitdagingen rondom duurzaamheid. Er zijn tal van voorbeelden van duurzame gebouwen die ook rendabel zijn.”
Die voorbeelden kunnen ook een pressiemiddel zijn voor de wetgever richting de achterblijvers, volgens Welling. “Bedrijven moeten beseffen dat het linksom of rechtsom geld zal gaan kosten om de klimaatdoelstellingen van Parijs te behalen. Als je niets doet, krijg je te maken met de gevolgen van klimaatverandering. De gebouwde omgeving is daar nu nauwelijks afgestemd en dat levert schade en dus kosten op. Het kost ook geld als je niets doet.”
Circulair bouwen
Toch gelooft hij wel dat de doelstellingen van Parijs haalbaar zijn. “Het wordt een moeilijke klus, maar het kan. Ik heb veel vertrouwen in circulair bouwen. Er zijn mooie initiatieven, zoals bijvoorbeeld het door Michiel Baars ontwikkelde Freement, een vorm van circulair cement. Ook gelooft hij dat moderne technologie een positieve rol gaat spelen binnen het vastgoed. “Techbedrijven werken hard aan het verzamelen van big data en maken de resultaten publiek beschikbaar. Zo is er steeds meer inzicht in de prestaties van een gebouw en kunnen er gemakkelijker stappen worden ondernomen. ”
Certificeringssystemen als BREEAM-NL helpen daarbij, maar ook internationaal ziet Welling daarin nog uitdagingen. “Eigenlijk moeten we af van de hoeveelheid aan certificeringen. Hoe meer soorten certificaten er zijn, hoe verwarrender het eigenlijk is. Daarin zou ik nog wel graag wat harmonisatie zien. Wellicht kan een organisatie als GRESB hierin een rol vervullen.”
Doing well, by doing good
Harmonisatie is een begrip dat ook past bij hem. De afgelopen tien jaar liet hij vastgoed- en duurzaamheidsexperts samenkomen, twee werelden die tien jaar geleden nauwelijks met elkaar communiceerden. Ook bij APG Asset Management zet hij die ingeslagen weg voort: “Ik geloof in doing well, by doing good. Dat heb ik altijd zo gedaan en zal ik ook bij mijn nieuwe werkgever blijven doen. Ik houd mij wat duurzaamheid betreft niet alleen maar met retail vastgoed bezig, maar met alle soorten vastgoed en daarnaast ook nog eens de infrastructuur beleggingen.”