“Duurzaamheid heeft de afgelopen 15 jaar een enorme vlucht genomen in de markt. Voor Royal HaskoningDHV is duurzaamheid altijd belangrijk geweest, een goed voorbeeld is de renovatie van ons hoofdkantoor in Amersfoort in 2009. Royal Haskoning heeft een eigen maatstaf gedefinieerd voordat de markt hiermee bezig was, met als leidende principes comfort en duurzaamheid,” vertelt Isolda Strom. Het ingenieursbureau, gespecialiseerd in advies en projectmanagement, is al meer dan 140 jaar wereldwijd actief.
Gemeenschappelijke taal
Strom zelf is al ruim 18 jaar bij Royal HaskoningDHV aan het werk en in haar rol als senior sustainability consultant is ze uitermate ervaren op het gebied van duurzaam bouwen. Zo is ze niet alleen BREEAM-NL Expert en Assessor en BREEAM International Assessor, maar is ze ook geaccrediteerd als LEED en WELL professional en Cradle to Cradle-consultant. Strom is vanaf het eerste uur betrokken geweest bij de oprichting van DGBC. Hierover zegt ze: “Het is begonnen als idee om de verduurzaming van de gebouwde omgeving in Nederland te versnellen. Maar hoe pak je zoiets aan? Er was een vraag naar een gemeenschappelijke taal die gedragen wordt door de markt. De eerste stap was beslissen of we zelf iets moesten ontwikkelen of juist kiezen voor een bestaand systeem. Uiteindelijk is er bij de oprichting van DGBC voor BREEAM gekozen omdat dit vertaalt kan worden naar lokale omstandigheden per land.”
Geen drempel maar versnelling
Na de keuze voor een bestaand systeem, kwamen de volgende grote stappen: het volgen van opleidingen bij de BRE (Building Research Establishment die het BREEAM-keurmerk hebben bedacht en ontwikkeld, red.) en onderzoek doen naar een Nederlandse vertaling van de BREEAM-richtlijnen. Strom: “Voor de Nederlandse bouwpraktijk moest het geen drempel worden, maar BREEAM-NL moet juist hierop inspelen en verduurzaming versnellen. Dus we hebben allerlei Nederlandse experts gesproken om te kijken hoe we de thema’s in het keurmerk naar de Nederlandse situatie konden vertalen.” Dit resulteerde in de eerste Beoordelingsrichtlijn (BRL).
Strom blikt terug: “Zo heb ik bijvoorbeeld het assessment uitgevoerd van het eerste BREEAM gecertificeerde kantoor in Nederland: het TransPort gebouw op Schiphol. Dit gebouw heeft BREEAM Very Good mogen ontvangen.” Toch is BREEAM nooit het einddoel geweest, alleen een middel. “De insteek van DGBC is altijd geweest: we beginnen met een groepje gelijkgestemden en we gaan gewoon aan de slag want het hoeft niet perfect te zijn voordat we het in de praktijk brengen. Iedereen is welkom en kan kritiek geven, dan gebruiken we dit om te verbeteren. En die mentaliteit zie ik nog altijd terug bij DGBC anno nu.”
Hele keten doordrongen
Strom benadrukt dat het bewustzijn rondom duurzaamheid in de hele keten is doorgedrongen. “Denk aan leveranciers. Dat is ook de bedoeling geweest van DGBC om juist door de hele keten de communicatie op gang te brengen en kennis uit te wisselen. Systeemveranderingen duren even en lang niet iedereen is meteen bereikt. Maar met wettelijke minima heb je een goede stok achter de deur en met de kopgroep kun je de markt verder trekken."
“DGBC heeft de markt op één lijn gekregen en vertegenwoordigt de markt naar de overheid toe. Dus het identificeren van gezamenlijke standpunten, ambities en richting geven hieraan is iets waar DGBC een belangrijke rol in speelt. DGBC hoeft niet zelf de software te ontwikkelen of de tools, maar juist de verbinding opzoeken tussen de partijen die dat kunnen.”
Paris Proof en EU Taxonomie
Als Strom kijkt naar waar DGBC het meest heeft geholpen is dat Paris Proof. “Dit is door DGBC goed uitgezocht met het doorrekenen van het CO2-budget. Dat helpt ons erg in de gesprekken met klanten. Waarom gaan we voor Paris Proof, wat houdt het in en wat zijn de concrete doelstellingen en ambitieniveaus? DGBC heeft dit helder gemaakt en op de trom geslagen. Het helpt om een overkoepelende partij te hebben die uniformiteit aanbrengt en partijen die actief zijn binnen de gebouwde omgeving bij elkaar te brengen. Zo hebben we ruimte voor inspraak en input en zorgen we samen voor een groot bereik.”
Een ander voorbeeld is de EU Taxonomie. “Er gebeurt veel op dit vlak en menig marktpartij worstelt met wat ze hiermee moeten. Doordat DGBC dit onderwerp heeft opgepakt en een handreiking heeft gemaakt, helpt het ons en de rest van de markt. Anders krijg je versplintering en meerdere interpretaties, terwijl er juist een uniforme aanpak moet zijn rondom het rapporteren.”
Blijvende noodzaak
Dat onderstreept volgens Strom ook de blijvende noodzaak van DGBC. “Er komen altijd nieuwe dingen, we zullen nooit klaar zijn op het gebied van duurzaamheid. Het is een veelkoppig monster en een complexe opgave. Voordat dit allemaal is opgelost, zijn we helaas nog jaren verder. Dus er is genoeg ruimte voor een partij als DGBC in de toekomst.”
En waar moet DGBC zich op richten? Strom: “Speerpunten voor de toekomst zijn daadwerkelijk uitgaan van gebruik en het verzamelen van nauwkeurige en betrouwbare data. Oplossingen moeten meetbaar zijn en niet alleen op basis van de theorie, dit is de enige manier om echt te verbeteren. Bewezen voorbeelden, geen aannames.” Ook vindt ze tot besluit, dat duurzaamheid breder bekeken moet worden in de markt. “Niet alleen naar één thema kijken, maar alles bij elkaar. Ecologie, biodiversiteit en sociale thema’s horen daarbij. Dus niet vanuit je eigen eilandje denken maar juist integraal aanpakken. Denk aan parametrisch ontwerpen, waarbij je het optimum tussen de verschillende thema’s zoekt en alles in één keer uitrekent, in plaats van naast elkaar. Alleen op deze manier gaan we stappen zetten naar een duurzame toekomst.“
Reeks DGBC founding partners
Dit artikel is een aflevering in de serie interviews met de organisaties die vanaf de start bij DGBC betrokken waren, de zogeheten founding partners. DGBC bestaat dit jaar 15 jaar en met de betrokken organisaties van toen, die na vijftien jaar nog steeds partner zijn, kijken we terug op de oprichting, naar de ontwikkelingen die zijn doorgemaakt en werpen we een blik op de toekomst.