Totale bouwproces verandert door hout

Elke ontwikkelaar en bouwer is met hout bezig, zo lijkt het. Iedereen wil veel meer met hout, zeker sinds de VPRO-documentaire van 2,5 jaar geleden. Maar hoe het dan verder moet? Veel bedrijven zijn op hun eigen manier aan het pionieren. Ze merken al snel dat hout niet een 1:1 alternatief is voor beton of baksteen. Maar hoe pas je het dan wel toe? En minstens zo belangrijk: hoe schaal je op naar grotere projecten, zodat je projecten van 100 of meer houten huizen kunt bouwen? We vroegen een ontwikkelaar en een architect naar hun ervaringen tot nu toe.

Samenwerking is ook hier weer het toverwoord, zien architect Jop Alberts van INBO en duurzaamheidsmanager Maarten Markus van AM Gebiedsontwikkeling (foto). Maar wel veel meer integraal, transparant en langdurig dan bij ‘gewone’ projecten, althans op dit moment. “Hout is echt anders; het materiaal is anders”, begint Alberts. “Het biedt andere mogelijkheden en is anderzijds op z’n eigen manier ook minder flexibel. Dus is het ontwerpproces anders, met meteen veel specialismen aan tafel. De manier waarop je aan tafel zit, bepaalt alles, zeker bij bouwen met hout. Dat vinden heel veel partijen best wel ingewikkeld en heel spannend. Dan krijg je vragen als ‘Moeten aan het begin wel al die mensen aanhaken? Moeten we nu al een installateur en een constructeur erbij hebben? Dat kan toch ook wel later?’ ‘Nee’, zeggen we dan, ‘dat kan niet later, want we weten nog niet wat het inhoudt’. Misschien kan het over vijf of tien jaar wel weer anders, maar op dit moment hebben we het nodig om heel die ontwikkeling anders in te gaan richten. Het vergt anders denken.”

Meer integratie, minder transacties

Markus (AM) ziet iets vergelijkbaars in het ontwikkelproces, hoewel het daar nog zoeken is naar de juiste benadering. “Het zou kunnen dat meer integratie van de keten beter is. Meer samenwerking, in plaats van een hele serie transacties rond zowel de grond als rond het bouwproces zelf, helemaal tot aan de bewoner. Dat zijn nu nog de momenten die het lastig maken om de business case rond te krijgen bij houtbouw.” Markus put uit de ervaringen met nu tien houtbouwprojecten door heel Nederland, met een focus op de Randstad. Daarbij paste AM verschillende technieken toe, zoals Houtskeletbouw (HSB), Laminated-Veneer Lumber (LVL), Glulam en Cross Laminated Timber (CLT).


De eigenschappen van het materiaal hout en de mogelijke technieken van het bouwen hiermee heeft blijkbaar veel gevolgen voor het hele proces. “In de basis zou houtbouw ‘alleen een ander materiaal’ kunnen zijn” overziet Alberts. “Maar de waarheid is echt dat we op een andere manier moeten gaan nadenken over hoe de ontwikkel- en bouwketen in elkaar zit. Aanpassen is best lastig, voor de geoliede machines, zoals die er zijn voor beton en steen. Ze zijn enorm groot, er zijn enorme financiële belangen mee gemoeid, daardoor is verandering heel ingewikkeld.”

Boot al gemist?

“Er is angst om de boot te missen, misschien al wel die boot gemist te hebben. Feit is wel dat grote aannemers niet de capaciteit hebben om die processen zo snel in te richten. Het zou me niks verbazen dat er nu andere partijen opkomen, die veel beter zijn in anders nadenken over bouwprocessen. Partijen die weten hoe je processen op elkaar uitlijnt en slim inricht”, verduidelijkt de architect. “Zij kunnen ervoor zorgen dat de productie van gebouwen – in hout – op gang gaat komen.” De ontwikkelaar is hier wel een spil in, tussen grondeigenaren zoals gemeenten, toekomstige eigenaren zoals corporaties en beleggers en de bouwer en architect. Om deze rol in te zetten voor meer circulaire houtbouw is het belangrijk dat de keten meebeweegt en er samengewerkt wordt om houtbouw technisch en financieel mogelijk te maken, aldus Markus.


De bouwsector is heel erg gewend aan het denken en het hele proces inrichten vanuit beton en steen. Het begint al wanneer er aan een architect gevraagd wordt ‘welke woningen er op deze plot kunnen’. Alberts: “Dan rekenen we met een GO-BVO-verhouding op basis van kengetallen. Maar je moet er over nadenken of die nog wel hetzelfde blijven als je met hout gaat bouwen – of als je überhaupt duurzamer gaat bouwen. We rekenen nog steeds GO’s voor ruimtes waar installaties staan, maar de ruimtes voor installaties worden steeds groter. Dus kloppen onze kengetallen nog wel?

Het vraagt om een andere manier van denken over de techniek. En dan heb ik het nog niet eens over de financiële kant van het hele verhaal. Moet er dus al niet bij de uitvraag een ander programma van eisen liggen?"


Dit is het eerste artikel in de vierdelige serie 'opschalen in houtbouw'.


Lees hier het tweede artikel.


Lees hier het derde artikel.


Lees hier het vierde artikel.


DGBC-partners

AM | INBO

SDG's

Logo voor Industrie, innovatie en infrastructuurIndustrie, innovatie en infrastructuur | Logo voor Duurzame steden en gemeenschappenDuurzame steden en gemeenschappen | Logo voor Partnerschap om doelstellingen te bereikenPartnerschap om doelstellingen te bereiken

Professionals

Maarten Markus

Gerelateerd

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Vernieuwde BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen beschikbaar vanaf 13 januari 2025

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Flexwoningen financieel mogelijk maken met inzicht in toekomstscenario’s

Bestaande woningen

DGBC, Platform31 en Platform Woonopgave onderzoeken duurzame en rechtvaardige oplossingen voor woonopgave