Schone en smet(te)loze materiaalstromen
Het afstudeeronderzoek had als onderzoeksvraag: "Wat zijn de effecten van toxische substanties op circulair bouwen en de gezondheid van de eindgebruiker, en hoe kunnen wij die toxische substanties weren?". Het afstudeeronderzoek is geschreven met als doel Rienks Adviseurs te helpen met adviseren op een meer circulaire realisatiefase. Het is een vervolg op Verkenning schone en smet(te)loze materiaalstromen, een onderzoek uitgevoerd door DGBC en haar partners in 2020.
Toxiciteit en verontreiniging zijn een spelbreker voor de circulaire bouweconomie, want dit hindert het eindeloos opnieuw inzetten van bouwmaterialen, elementen en producten. Op basis van deskresearch en gesprekken met diverse experts is in het rapport van DGBC een schets gegeven van de problematiek, van bestaande instrumenten en van de wijze waarop we de goede kant op zouden kunnen sturen.
Ongezonde en onomkeerbare substanties
Toxische substanties zijn in het afstudeeronderzoek van De Rooij opgedeeld in gezondheid (ongezonde substanties) en circulariteit (onomkeerbare substanties). Ongezonde substanties kunnen een negatief effect hebben op de gezondheid van de eindgebruiker. Onomkeerbare substanties zijn substanties die niet of moeilijk van het substraat te scheiden zijn. Door deze onomkeerbare verbinding wordt het recyclen van deze materialen verhinderd en in veel gevallen zelfs onmogelijk gemaakt. Dat gaat in tegen het principe van een circulaire economie.
Alternatieven
Er zijn alternatieven, stelt De Rooij in zijn onderzoek. "Denk aan het toepassen van droge verbindingen, kliksystemen, oplosbare lijmen en VOC-vrije coatings. Vooral in de ontwerpfase liggen er kansen om het beter te doen. Het is van belang dat al vóór de realisatiefase wordt besloten dat producten en/of methoden niet worden toegepast."
"Adviseurs, zoals Rienks Adviseurs , kunnen hierbij helpen zodat gezonde, duurzame en circulaire wensen concreet en meetbaar in het Programma van Eisen terechtkomen. Een aanbeveling is ook om sloopbedrijven te betrekken in de ontwerpfase van een gebouw. Een sloper weet exact óf en hoe hij een materiaal kan hergebruiken, recyclen enzovoorts," aldus De Rooij.
BREEAM-certificering
Tot slot stelt De Rooij in zijn afstudeeronderzoek: “Het is raadzaam om toxische substanties in de BREEAM-certificering niet alleen mee te nemen onder het kopje gezondheid, maar ook onder het kopje afval. Als eerste stap zou de credit dan gaan over de vraag of vrijkomende materiaalstromen in de sloopfase in aanmerking komen voor recycling.”