Nederland telt zo’n 7,6 miljoen woningen. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor meer dan de helft van de CO2-uitstoot door gebouwen. De vraag om duurzame woningen neemt toe, maar een echte meetlat om een woning langs te leggen is er nog niet. DGBC werkt daarom aan de ontwikkeling van DGBC Woonmerk. Dit label geeft inzicht in de kwaliteiten van de woning en de omgeving, zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw. Founding partner a.s.r. real estate liet onlangs twee van hun projecten onder de loep nemen: een nieuwbouwproject in Utrecht Terwijde en een renovatieproject van vijf woontorens uit de jaren 70 in Hilversum.
DGBC Woonmerk is een antwoord op de vraag naar een ongecompliceerd duurzaamheidsinstrument voor woningen. Voor de utiliteitsbouw is er een goed werkend certificeringssysteem in de vorm BREEAM-NL, maar die methodiek is voor woningen niet ideaal omdat de prestaties hiermee niet eenvoudig en op een laagdrempelige manier inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Daarbij moet een BREEAM-NL project altijd eerst langs de meetlat van de ontwikkelaar van het certificeringssysteem BRE (Building Research Establishment) worden gelegd. Dit is een effectief, maar tegelijkertijd intensief en complex traject en daardoor voor woningen minder geschikt. Het DGBC Woonmerk geeft daarentegen eenvoudig een breed inzicht in de kwaliteiten van de woning en de omgeving en beoordeelt de projecten op bereikbaarheid, leefomgeving en veiligheid, energie & water-efficiëntie, toegankelijkheid, materiaal en onderhoud. Daarmee wordt bepaald of een woning duurzaam genoeg is.
Duurzaamheid op een laagdrempelige manier meten
Harm Tenback, technisch assetmanager bij a.s.r. real estate was intensief betrokken bij de projecten in Utrecht Terwijde en Hilversum en ziet het Woonmerk als een waardevolle toevoeging. “Het is voor de markt nuttig om een instrument te hebben om woningen met elkaar te kunnen meten en inzichtelijk te hebben wat de vervolgstappen zijn voor een nog duurzamer product. Wij waren erg benieuwd hoe deze woningen zouden scoren binnen de beoordelingscriteria van het label. Met name omdat het twee totaal verschillende projecten zijn.”
Daktuinen
Zowel de appartementencomplexen in Utrecht Terwijde als de vijf woontorens in Hilversum hebben een Very Good score behaald (drie van de vijf sterren). “Zoals je mag verwachten bij een bouwbesluit zijn de woningen uiteraard energiezuinig”, zegt Tenback. Toch kenden beide projecten zo hun eigen uitdagingen. “Terwijde heeft een gunstige strategische ligging en er zijn veel maatschappelijke voorzieningen in de buurt. De appartementen zijn gebouwd boven een winkelcentrum en liggen vlakbij een treinstation”. Door de stedelijke ligging van het project is er echter minder ‘groenvoorziening’, maar om de omgeving groener te maken zijn er daktuinen aangelegd. Dit zijn aspecten die in het Woonmerk worden meegenomen en gezamenlijk een goed beeld geven van de duurzaamheid van de appartementen en hun omgeving.
Implementatie duurzame innovaties
De vijf woontorens in Hilversum liggen juist wel in het groen en tijdens de renovatie zijn veel duurzame maatregelen getroffen. “De belangrijkste uitdaging was de renovatie. Aan een fundering en buitenmuren doe je weinig, dus je moet focussen op wat je wel kunt verduurzamen.” En dat is wat a.s.r. real estate ook gedaan heeft. De gebouwen werden grondig gerenoveerd en er werden duurzame, innovatieve toepassingen geïmplementeerd. De bestaande ventilatiesystemen op het dak werden verwijderd en elk appartement is nu voorzien van een individuele, CO2-gestuurde mechanische ventilatie. Daarnaast zijn er vernieuwde collectieve cv-ketels aangesloten op zonnecollectoren en gasabsorptiepompen. Het volledige dak is voorzien van zonnepanelen en de gevels, vloeren en daken zijn geïsoleerd. “Deze maatregelen hebben er voor gezorgd dat energielabels van D/E naar A gingen. Dat heeft uiteraard een positieve invloed gehad op de eindbeoordeling binnen het Woonmerk.”
Groeipotentie
Tenback is blij met de drie sterren die de panden kregen, maar benadrukt ook gelijk dat het daarmee niet ophoudt. “We labelen niet om het labelen. Het heeft een hoger doel. Het ideale aan het Woonmerk is dat het in een kort tijdsbestek een goed beeld geeft van de huidige kwaliteit, maar ook van de potentie van een gebouw.” Zo ziet hij mogelijkheden om het project in Hilversum door enkele effectieve maatregelen verder te verduurzamen. “We kunnen hier nog stappen maken door ons meer toe te spitsen op duurzame mobiliteit, bijvoorbeeld door elektrische laadpalen voor auto’s en scootmobielpunten te introduceren. Daarnaast speelt afvalscheiding ook een rol in de beoordelingsrichtlijn. Het is belangrijk om altijd te blijven kijken naar mogelijkheden om te verbeteren en te verduurzamen, het Woonmerk helpt daarbij.
Onderscheidend middel
Ondanks dat het Woonmerk nog in een pilotfase verkeert ziet Tenback in de nabije toekomst het als een waardevolle toevoeging binnen de woningmarkt. Hij hoopt dan ook dat het initiatief door de markt wordt omarmd. “Door vastgoedbeleggers wordt er al veel meer gelet op duurzaamheid dan voorheen. Daarnaast is er vanuit de markt de oproep om gasloos te wonen. Als je je als belegger - maar ook als corporatie- wilt onderscheiden, kun je dat doen door te verbinden aan het label.” Ook voor de eindgebruiker ziet Tenback mogelijkheden. “Als het Woonmerk uiteindelijk staat, kan een huurder eenvoudig op zoek naar een duurzame woning. Het zou mooi zijn als je op huizen-zoek-sites heel eenvoudig kan zoeken op de duurzaamheidseisen waaraan de woonruimte moet voldoen.”
Meer informatie
Tijdens vastgoedbeurs PROVADA in Amsterdam RAI wordt het DGBC Woonmerk officieel gepresenteerd. a.s.r. real estate, VORM, VolkerWessels Vastgoed en Ballast Nedam zich aangesloten als founding partner van het DGBC Woonmerk.