Deltaplan Duurzame Renovatie van de Dutch Green Building Council is erop gericht de verduurzaming van de bestaande gebouwde omgeving te versnellen. Op deze manier wil men de Parijse klimaatdoelstellingen halen. Inmiddels zijn meer dan 100 partijen aangesloten. Vijf verschillende werkgroepen bekijken per gebouwfunctie hoe die versnelling kan worden gerealiseerd. DGBC sprak met de voorzitters van de werkgroepen Kantoor, Onderwijs, Zorg, Logistiek en Retail. Centrale vraag: hoe realiseert uw werkgroep de Parijse klimaatdoelstellingen?
Inspirerend
Werkgroep Retail wil de weg naar Parijs zo inspirerend en eenvoudig mogelijk maken. “Wij zijn enerzijds bruggenbouwers en anderzijds kunnen we die bruggen dicht zetten op momenten dat dit nodig is, licht voorzitter Anneke de Vries toe. “Deze rol zie ik voor het gehele Deltaplan Duurzame Renovatie weggelegd.”
De allergrootste belemmering waar de werkgroep tegenaan loopt op weg naar de klimaatdoelstellingen, is het feit dat men nog niet ziet hoe het einddoel kan worden bereikt. “Dat komt onder meer omdat we de technologische oplossingen nog niet hebben bedacht. Het is een enorm proces om alles voor elkaar te krijgen. ”We hebben geld nodig, maar ook technische mensen, meent De Vries. “Kijk alleen maar naar de Nederlandse daken die in 2050 allemaal voorzien moeten zijn van zonnepanelen. Er is nog een lange weg te gaan.”
Wat is Paris Proof
Om antwoord te kunnen geven op de vraag ‘hoe de klimaatdoelstellingen kunnen worden gerealiseerd’ moeten we eerst weten waarover we praten, stelt De Vries. “Want wat ís nou precies ‘Paris proof’? Om ‘Paris proof’ te worden moeten wij sowieso twee-derde minder energie verbruiken. Maar 2050 ligt zo ver weg, dus wij praten liever over een tussendoel in 2030. 2050 heeft te weinig te maken met onze huidige baan of met ons huidige leven. Wij willen de weg hier naartoe zo concreet en realistisch mogelijk maken. Het moet geen technocratisch regelgevend systeem zijn, maar iets waar je juist heel veel inspiratie van krijgt. De duurzame maatregelen moet je ook in je huidige werk voor elkaar kunnen krijgen. Dat is voor ons heel belangrijk.”
Inventarisatie
De werkgroep is op dit moment vooral bezig met een inventarisatie. “We verzamelen gegevens en we delen kennis: welke technologische ontwikkelingen zie je, en wat heb je daarbij nodig. We wisselen ook heel veel voorbeelden uit, dus zo komt er een creatief proces op gang.”
De werkgroep Retail bestaat uit zowel retailers als vastgoedeigenaren. “Je hebt beide nodig om deze klus te klaren; ieder in zijn eigen rol.” Men is onder meer bezig met de vraag hoe de ‘Circle of Blame’ doorbroken kan worden. “Op dit moment is een duurzaam retail pand niet meer waard dan een niet-duurzaam gebouw. Investeringen hebben dus geen invloed op de waardebepaling, met name bij verhuur. Bovendien moeten we elkaar ook nog weten te vinden. Soms heb je een heel duurzame vastgoedeigenaar met niet-duurzame huurders, en soms heb je heel duurzame huurders en geen duurzame vastgoedeigenaar. Daarom het belangrijk om een aantal pilots te gaan doen. Bovendien kan de complexiteit per locatie erg verschillen en kan er dus ook per locatie een andere oplossing nodig zijn voor huurder en verhuurder.”
De kans dat er nieuwe regelgeving komt voor retail vastgoed acht De Vries aanwezig. “Maar we zijn zelf nog niet zo ver dat we willen dat er bepaalde wetten worden aangenomen. We hopen wel dat er regelgeving komt die uitvoerbaar is, en dat we als werkgroep de brug kunnen sluiten voor regelgeving die contraproductief is.” Wat de werkgroep in ieder geval niet wil is een snelle, makkelijke oplossing die later alleen maar remmend werkt. “Met een label C verplichting voor retail gaat het daadwerkelijke energieverbruik bijvoorbeeld niet voldoende naar beneden om te voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs. Dat is dus geen oplossing. Wat de oplossing dan wel is, dat weten we nog niet. Maar het gaat ons echt om het resultaat; niet om de regels.”