Dat de nieuwbouw op orde is en aan de doelstellingen van 2050 voldoet, daar is iedereen het wel over eens. De grootste uitdaging ligt in de bestaande bouw. Dat betekent namelijk dat er met particulieren moet worden samengewerkt. Mensen die een verbouwing vaak vooral als last zien. Gelukkig ziet Lizzy Butink steeds meer aanknopingspunten: “Ik zie dat mensen steeds meer intrinsiek gemotiveerd raken. Ook komt de markt steeds meer in beweging: investeerders vragen ernaar en huurders willen ermee aan de slag.”
Woonmerk geïntroduceerd
Robbert van Dijk ziet die beweging ook: “We hebben daarom, samen met DGBC, het woonmerk geïntroduceerd. Daarmee kan je inzichtelijk maken wat je moet doen om een woning duurzamer te maken. En dat zullen we nodig hebben. Als we de woningmarkt Paris Proof willen maken, zullen we die markt moeten inspireren om de stappen te zetten.” Butink knikt instemmend en vult aan: “Sinds drie jaar hebben we de CO2-uitstoot ook helemaal in kaart. Op die manier kan je heel goed monitoren waar we aanpassingen moeten doorvoeren om klimaatneutraal te worden. Zorgen dat je weet waar je staat, dat is heel belangrijk.”
‘Laat zien wat het oplevert’
Inspireren is een eerste stap, maar a.s.r. wil ook voorbeelden laten zien. “Uiteindelijk is het de huurder die last heeft van de verbouwing. Die moet zijn huis openstellen en heeft bijvoorbeeld geluidsoverlast. Daarom is het ontzettend belangrijk dat je de bewoners meeneemt, duidelijk uitlegt dat het een grote opgave is, maar ook laat zien wat het oplevert. Dat is de ervaring die wij hebben bij de duurzame renovatie van duizend woningen van energielabel F/G naar energielabel A(+). En wat bleek, de mensen waren heel tevreden met het resultaat. Die voorbeelden moeten we laten zien”, vertelt Van Dijk.
Zelf regie nemen
Op de vraag wie de regie moet nemen om het enorme vraagstuk met succes in te vullen, wijzen Butink en Van Dijk niet naar de overheid. Butink is daar stellig in: “We moeten niet met de vinger wijzen, maar zelf aan de slag en het goede voorbeeld nemen.” Van Dijk sluit zich daarbij aan en vindt dat de regie ook uit de markt kan komen. “Wat we nodig hebben is een platform. Een platform dat een beleid opstelt, waar je elkaar ontmoet en dat een actieplan maakt. Dat is het initiatief met het plan Deltaplan Duurzame Renovatie en dan komt de regie wel uit de markt.”